GGD: in rapporten mogelijke oorzaak kankergevallen niet bekeken
In rapportages over kankergevallen in de regio Kennemerland heeft de GGD weliswaar bekeken of het aantal is toegenomen, maar niet gekeken naar de mogelijke oorzaak ervan. Dat is de reden dat eventuele veroorzakers niet „specifiek bij naam” genoemd worden. Dat laat de GGD Kennemerland zaterdagavond weten in reactie op een publicatie van het Noordhollands Dagblad.
De krant schreef eerder op zaterdag dat de directeur van de GGD Kennemerland, Bert van de Velden, ervoor heeft gezorgd dat de naam van Tata Steel, de grootste bron van luchtvervuiling in de IJmond, in een GGD-rapport was geschrapt als mogelijke oorzaak van het hoge aantal kankergevallen in Beverwijk. Het dagblad meldde dat op basis van documenten opgevraagd via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Mogelijke veroorzakers van de kankergevallen zijn wel terechtgekomen in „interne conceptversies” en de GGD zegt dit „te betreuren”. „Zeker omdat er behoefte is aan duidelijkheid over de oorzaak van de geconstateerde toename van het aantal gevallen van kanker.” In het bekritiseerde rapport van vorig jaar wordt het aantal kankergevallen op dat moment afgezet tegen een eerdere rapportage in 2007. Ook in die eerdere rapportage is niet gekeken naar de oorzaak, aldus de GGD.
De organisatie zegt intern geregeld te discussiëren over de betekenis van gegevens en de duiding ervan. „Doel daarvan is te komen tot een rapport dat recht doet aan de feiten die op dat moment bekend zijn. Daarbij is alle ruimte voor ieders inbreng en visie.”
Op basis van de documenten die het Noordhollands Dagblad inzag, 345 pagina’s aan e-mails en Whatsapp-berichten van GGD-medewerkers, constateert de krant dat een rapport 25 procent meer gevallen van longkanker in de regio meldde dan het landelijk gemiddelde. Via andere wegen kwam de krant erachter dat in dichtbevolkte wijken het percentage longkankergevallen nog eens tweemaal zo hoog is. En dat dit niet in het rapport terechtkwam.
Tata Steel zei eerder zaterdag op geen enkele manier betrokken te zijn geweest bij de totstandkoming van rapporten.