‘Besluit over vliegverbod boven conflictgebieden blijft te traag’
De besluitvorming over het snel sluiten van een luchtruim boven conflictgebieden verloopt nog altijd te traag. Dit concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in het donderdag gepubliceerde onderzoek Veilige vliegroutes.
„Uit voorzorg moet een luchtruim boven een risicogebied eerder worden gesloten of vermeden”, zegt Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. „Afgelopen jaren is gebleken dat onwaarschijnlijke scenario’s heel snel realiteit kunnen worden.”
Dit is het derde onderzoek van de Onderzoeksraad naar vliegen boven conflictgebieden. In het eerste onderzoek, naar aanleiding van de ramp rond vlucht MH17 in juli 2014 - met bijna driehonderd doden, onder wie vele Nederlanders - concludeerde de raad dat het luchtruim boven het oosten van Oekraïne gesloten had moeten worden. Aanleiding voor aanvullend onderzoek is de crash van een Oekraïens vliegtuig in Iran in januari vorig jaar.
De communicatie tussen de Nederlandse overheid en onder meer de KLM is de afgelopen jaren „aanmerkelijk verbeterd”. Maar de overheid geeft slechts informatie en geeft geen advies of legt geen vliegverbod op. In landen om ons heen gebeurt dit wel, maar de Nederlandse wet staat dit niet toe. Dijsselbloem gaat ministers Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) vragen om dit wel te overwegen.
De bescherming van de burgerluchtvaart bij gewapende conflicten ligt in eerste instantie bij het land waar het conflict zich afspeelt. In het onderzoek stelt de Onderzoeksraad dat het zelden gebeurt dat zo’n land zijn luchtruim geheel of gedeeltelijk sluit. Ook het Iraanse luchtruim bleef open toen in januari 2020 het conflict met de Verenigde Staten snel escaleerde. De Onderzoeksraad pleit voor internationale criteria om een vliegverbod af te kondigen.
Naast de overheden hebben de luchtvaartmaatschappijen een belangrijke eigen verantwoordelijkheid. Zij bleven doorvliegen toen de spanningen in Iran toenamen. Het risico getroffen te worden door een grond-luchtraket vonden ze „onwaarschijnlijk”, terwijl de gevolgen catastrofaal kunnen zijn. Ook landen gaven geen negatief advies aan hun eigen luchtvaartmaatschappijen voor vluchten boven Iran.
De Onderzoeksraad vindt dat de risico-inschatting en de publicatie van een vliegadvies door landen en door de EU nog te veel tijd kost. De raad doet aanbevelingen over versnelling van het besluitvormingsproces.