Driekwart van vispassages werkt niet voor palingen
Driekwart van de honderden vispassages in Nederland werkt niet voor palingen. Als honderd palingen achtereenvolgens vier vispassages proberen te passeren, komt slechts één van de vier vissen op de eindbestemming aan. Dat betekent dat in elk geval 40 procent van de Nederlandse wateren niet bereikbaar is voor paling. De efficiëntie van de bij waterbeheerders populaire vispassages is ondermaats. Bovendien werkt 60 procent van die passages helemaal niet.
Dat hebben onderzoekers van RAVON, kennisinstituut voor reptielen, amfibiëen en vissen, vastgesteld. Het instituut heeft in ruim twee jaar tijd het volledige Nederlandse watersysteem getoetst op de toegankelijkheid voor paling. Er zijn veel reddingsplannen voor de bedreigde paling, maar nu blijkt dat de vis slechts met veel moeite het Nederlandse leefgebied kan bereiken. Uitgezette jonge aaltjes hebben ook de grootste moeite om naar zee te zwemmen.
Paairijpe palingen zwemmen vanuit Nederland 6000 kilometer naar de Sargassozee. De jonge palingen die daar worden geboren zwemmen weer terug naar de Nederlandse rivieren, sloten en beken. Nederland telt ongeveer 60.000 stuwen, gemalen en sluizen en is daarmee koploper in Europa op het gebied van hindernissen voor vis. Vissen die terug naar zee willen zwemmen hebben het helemaal moeilijk. Vaak is dat onmogelijk en worden ze vermorzeld in een maal- of pompsysteem, aldus RAVON.