Promovendus Wout Bisschop: Christen kan open en kritisch in de wetenschap staan
Je loopt er vaak tegenaan: hoe interpreteer je een tekst, van welke aard dan ook? Wat is je eigen rol daarin en wat kun je werkelijk weten? Wout Bisschop promoveerde er dinsdag op in de filosofie. „Een christen kan open en kritisch in de wetenschap staan.”
Bisschop (32) studeerde aanvankelijk theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven. Hij raakte geïnteresseerd in een aantal filosofische vragen, waaronder het vraagstuk van de hermeneutiek.
Bisschop vervolgde zijn studie daarom met de opleiding filosofie aan de VU en haalde zijn bachelor en master in zowel de filosofie als theologie. Een jaar studeerde hij aan de University of Notre Dame (Indiana, VS). Zijn promotieonderzoek was onderdeel van een project dat gefinancierd wordt door de Templeton Foundation.
Criteria
Bisschops proefschrift ”The Epistemology of Textual Interpretation”, waarop hij promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, gaat over de gevolgen van het lezen en interpreteren van een tekst voor waarheidsvinding en kennisverwerving. Bisschops methode is die van de analytische wijsbegeerte. Zijn beide promotoren zijn dr. René van Woudenberg en dr. Gijsbert van den Brink, beiden gepokt en gemazeld in de kennis- en wetenschapsleer.
Is het lezen van een tekst alleen een kwestie van interpretatie, waarbij iedereen gelijk heeft, of zijn er criteria waarmee je juiste interpretaties van onjuiste kunt onderscheiden? Bisschop, desgevraagd: „Mijn standpunt keert zich tegen een vrij gangbaar scepticisme in de huidige filosofie, waarin vooral het subjectieve karakter van interpretatie nadruk krijgt, wat er dan soms toe leidt dat er nauwelijks iets zinnigs gezegd kan worden over waarheid en kennis.”
U gaat ook in op de gedachte dat ons interpreteren bepaald wordt door ons „perspectief.” Hoe kun je daarmee wegblijven van een hoge mate van willekeur?
„Het ligt er natuurlijk aan hoe een en ander wordt ingevuld, maar in principe kan ons perspectief op de werkelijkheid positief bijdragen aan ons interpreteren. Het lijkt zelfs in zekere mate onontbeerlijk te zijn. Er zijn manieren om negatieve invloeden op onze interpretaties te matigen, door bijvoorbeeld interpretaties te vergelijken, te laten verifiëren door anderen, en actief je uitgangspunten te bevragen.”
U stelt de hermeneutiek, de uitlegkunde, aan de orde. Heeft uw onderzoek ook relevantie voor de theologie met het oog op de exegese van de Bijbel?
„Ik stel de filosofische voorvragen aan de orde die van belang zijn voor de hermeneutiek van de Schrift, maar ook van andersoortige teksten, zoals wetsteksten en literatuur. De antwoorden op deze filosofische vragen zijn bepalend voor de manier waarop we met de Schrift omgaan. Je hoort weleens in discussies dat niet over het gezag van de Schrift maar over de interpretatie gediscussieerd wordt. Dat zou heel goed kunnen, maar dan is de volgende vraag welke interpretatie dan de beste is. En als er verschillende beste interpretaties zijn, zou dat in principe inzichtelijk gemaakt moeten kunnen worden, en moet je die ook gelijkelijk meewegen. Een tekst uit een ver verleden blijft ook iets ongrijpbaars houden.”
Veel filosofen hebben geen christelijke achtergrond. Hoe moet je als christenwetenschapper opereren in een dergelijke academische wereld?
„Ik heb het klimaat aan de VU als eerlijk en open ervaren. Als je gelooft dat alle waarheid Gods waarheid is en de werkelijkheid een geschapen werkelijkheid is, dan kun je die serieus onderzoeken en mag je die met een open houding tegemoet treden. Dat moet je tegelijk kritisch doen omdat elk denken bepaald wordt door eigen vooronderstellingen. Laat je niet overweldigen door allerlei filosofieën en theorieën, maar ga ze ook niet uit de weg. Wees zelfstandig en bescheiden in je oordeelsvorming. Wetenschap is een open proces. De grote vragen krijg je niet klein met sluitende antwoorden, en dat hoeft ook niet. Over het geloof kun je diep nadenken, en dat is goed, maar het is ook een geschenk: je hoeft het niet bijeen te redeneren. Je kunt je oefenen in vertrouwen, scherpen in je denken, zorgvuldig blijven studeren, en erkennen dat ons kenvermogen hier slechts ten dele is.”