Brandbrief: voorzitter moet seksueel wangedrag in Kamer tegengaan
Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, en voorzitter Vera Bergkamp voorop, moeten maatregelen nemen om vrouwen die op het Binnenhof werken beter te beschermen. Dat schrijven zeventien organisaties, waaronder clubs die zich inzetten voor vrouwenrechten, in een brandbrief aan Bergkamp. Het bestuur kan zich volgens de organisaties „niet langer verschuilen achter het argument dat er geen werkgever-werknemersrelatie bestaat tussen de Kamer en de individuele fractiemedewerkers die slachtoffer zijn geworden van grensoverschrijdend gedrag”.
Aanleiding voor de brief, die ook aan de fractievoorzitters in de Kamer is geadresseerd, is de berichtgeving in NRC over PVV-Kamerlid Dion Graus. Opnieuw maakte een fractiemedewerker van de PVV melding van seksueel wangedrag van het Limburgse Kamerlid. Hierop zei Bergkamp dat „zij, noch het Presidium instrumenten in handen hebben om onderzoek te doen naar Kamerleden of om maatregelen te nemen in dergelijke situaties”.
Fracties zijn zelf verantwoordelijk voor hun leden. Dit kan voor problemen zorgen wanneer de fractie niet in actie komt, bijvoorbeeld uit angst dat een Kamerlid zijn of haar zetel behoudt en zich afsplitst als het tot een conflict komt.
De organisaties, waaronder het Bureau Clara Wichmann, vakbond FNV en de Nederlandse Vrouwenraad, zijn in de brief aan Bergkamp snoeihard over „feiten die onder uw dak hebben plaatsgevonden, en de berichten dat de slachtoffers onder meer door het gebrek aan actie van het Presidium als zodanig afgeschrikt worden om aangifte te doen, een melding te maken, of een klacht in te dienen”. Volgens de clubs „ontbreekt enig beleid” om echt iets te doen tegen mensen die over de schreef gaan.
Concreet moet het dagelijks bestuur een „nultolerantie-klimaat” creëren voor „seksistisch gedrag, psychologische en seksuele intimidatie en gendergerelateerd geweld in het parlement”. Ook moet onderzocht worden hoe vaak dit soort gedrag voorkomt. „Zorg ervoor dat slachtoffers de weg kunnen vinden naar hulp- en adviesorganen, moedig partijen aan gedragscodes op te stellen en „beëindig de straffeloosheid van daders door disciplinaire sancties in te voeren en toe te passen”, schrijven de maatschappelijke organisaties in de brief.