Partnerschap kerkelijk bevestigen? De CGK-synode is er nog niet over uit
Moeten kerken een geregistreerd partnerschap erkennen en kerkelijk bevestigen? De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) kwam er dinsdag niet uit. Dus staat het onderwerp volgend jaar opnieuw op de agenda, samen met de vragen rond vrouw en ambt.
Op de digitale synodetafel lag dinsdag een voorstel van een studiecommissie om het geregistreerd partnerschap niet als huwelijk te erkennen en ook niet kerkelijk te bevestigen. Maar voordat het tot een stemming kwam, wees ds. S. P. Roosendaal (Lelystad) op de „kleine verschillen tussen een burgerlijk huwelijk en een geregistreerd partnerschap” en stelde hij voor dat laatste te erkennen als samenlevingsvorm. „Laten we vooral belang hechten aan het jawoord in de kerk, dan is de handtekening voor de overheid als openbare daad meer dan voldoende om binnen de kerk die leeft bij het Woord van God vast te stellen: hier is sprake van een huwelijk in Bijbelse zin, ongeacht welk label onze overheid erop plakt.”
De kerk heeft zich altijd terecht tegen samenwonen gekeerd, benadrukte ds. Roosendaal. Maar het geregistreerd partnerschap is volgens hem van een andere orde. „Het voldoet aan de eis van wederzijdse zorgplicht, het is openbaar, er zijn getuigen bij en het gebeurt ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De akte is identiek aan die welke wordt ondertekend bij een huwelijk. Er hoeft geen jawoord te worden uitgesproken, maar die wordt wel degelijk verondersteld in de ondertekening van de akte. De handtekening heeft rechtskracht.”
Ds. Roosendaal stelde voor het burgerlijk huwelijk te „bevorderen” als samenlevingsvorm die het
dichtst bij het Bijbelse huwelijk staat en uit te spreken dat het burgerlijk huwelijk een meerwaarde heeft boven een geregistreerd partnerschap. Maar als een stel niet kiest voor het huwelijk, maar voor een geregistreerd partnerschap, dan mogen kerken hen die vrijheid geven.
Dan moet het ook mogelijk zijn een geregistreerd partnerschap kerkelijk te laten bevestigen, vindt de predikant. „Voorwaarde is wel dat het stel in de bevestigingsdienst gelijkwaardige beloften aflegt als bij de bevestigingsdienst van gehuwden, zoals we die vinden in het huwelijksformulier. Het ontbinden van een geregistreerd partnerschap zal de kerk als echtbreuk behandelen.”
Heilige staat
Het voorstel van ds. Roosendaal kreeg bijval, onder anderen van ouderling J. B. Groot Nibbelink (Pijnacker). Maar er was ook kritiek. Ouderling H. J. Sok (Winsum) ziet grote verschillen tussen een huwelijk en een geregistreerd partnerschap. „Als mijn vrouw vraagt: Hou je van mij?, dan hoort ze liever dat ik ja zeg dan dat ik een handtekening heb gezet.”
Rapporteur ds. N. C. Smits (Purmerend) onderstreepte dat het geregistreerd partnerschap iets anders is dan ongehuwd samenwonen. Maar hij had wel zijn vragen bij de bijdrage van ds. Roosendaal. „Welke beloften zouden mensen met een geregistreerd partnerschap in de kerk moeten uitspreken? We vragen mensen te verklaren dat ze elkaar tot man en vrouw hebben genomen. Kan dat bij een geregistreerd partnerschap? Zijn ze dan getrouwd? En als een predikant uitspreekt: „God heeft u tot deze heilige staat van het huwelijk geroepen”, geldt dat dan ook voor mensen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan? Het is een huwelijk of geen huwelijk.”
Ds. M. A. Kempeneers (Katwijk) en ds. A. Hoekman (Alphen aan den Rijn) wezen op het Bijbelse huwelijk. „Laten we het huwelijk, dat we uit Gods hand en de Schriften ontvangen hebben, bewaren”, aldus ds. Kempeneers. Ds. Hoekman: „De uitholling van het burgerlijke huwelijk betekent niet dat we ruimte moeten geven aan een geregistreerd partnerschap.”
Prof. dr. H. J. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn van de CGK, adviseerde de synode geen overhaaste beslissingen te nemen en „nog even goed na te denken.”
Dat gaan de christelijke gereformeerden doen. Het onderwerp staat volgend jaar in mei en juni opnieuw op de synodeagenda, samen met onder meer het heikele thema vrouw en ambt.
Geruchten
De synode besloot in maart om pas volgend jaar verder over vrouwelijke ambtsdragers te spreken. Tot die tijd wil het bestuur proberen om de verschillende meningen over vrouw en ambt bij elkaar te brengen. Het gaat ook in gesprek met kerkenraden die zich niet aan de afspraken houden en overwegen toch vrouwen in het ambt te bevestigen. Het moderamen wil daarbij niet uitgaan van „geruchten, persoonlijke signalen of verhalen in de landelijke pers”, schrijf het, „maar op officiële berichtgeving in classisverslagen via De Wekker.”
Ouderling T. Meijboom (Werkendam) vroeg of het synodebestuur daarmee niet „achter de feiten” aanloopt. „Het verleden heeft helaas uitgewezen dat sommige kerken rond vrouw en ambt eigen wegen gaan. Het moderamen moet in een zo vroeg mogelijk stadium tussenbeide komen, anders heeft het geen zin meer om nog met een kerkenraad in gesprek te gaan.”
Het moderamen heeft „geen signalen” gekregen dat er op dit moment veel kerkenraden zijn die op het punt staan vrouwen in het ambt te bevestigen, zei tweede scriba ds. Roosendaal. „We zoeken een objectief moment om met kerkenraden in gesprek te gaan; we gaan niet op geruchten in. We gaan niet speurend door de kerken, op zoek naar kerkenraden met een ander standpunt of andere praxis.”
Bewaar het Pand
Het besluit om pas volgend jaar verder over vrouwelijke predikanten, ouderlingen en diakenen te praten, is tegen het zere been van stichting Bewaar het Pand (BhP). Die plaatste in maart op haar website een artikel waarin het besluit om de synode provisorisch (voorlopig) te sluiten en in 2022 te heropenen, „zeer verontrustend” en „onacceptabel” wordt genoemd. „Dat betekent dat een uitspraak over vrouw en ambt nog minimaal een jaar op zich laat wachten”, aldus Bewaar het Pand.
Het moderamen van de synode heeft een brief gestuurd naar het bestuur van Bewaar het Pand. Dat stuurde inmiddels een „vriendelijke reactie” terug, zei ds. Roosendaal. „BhP staat open voor onderlinge ontmoeting en gesprek.”
Levenswandel
De synode stemde in met de omzetting van de bijzondere leerstoel christelijke pedagogiek, bezet door prof. dr. Bram de Muynck, in een reguliere leerstoel aan de TUA. De landelijke vergadering gaf vorig jaar groen licht voor de benoeming van hoogleraren die niet lid zijn van de CGK.
De synode stelde verder een nieuw ondertekeningsformulier voor hoogleraren en docenten vast. Op verzoek van het curatorium van de TUA spreekt dit formulier nu niet alleen meer over de leer, maar ook over de levenswandel.