Synodebestuur CGK wil besluit over vrouw en ambt een jaar uitstellen
Het synodebestuur van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) wil een uitspraak over vrouw en ambt uitstellen tot volgend jaar. Niet de snelheid van een besluit is doorslaggevend, maar de „geestelijke kwaliteit” en „maximale gedragenheid” ervan.
Dat blijkt uit een woensdag verschenen rapport van het moderamen, dat de landelijke vergadering van de CGK dinsdagavond digitaal bespreekt. Er staat dan één onderwerp op de agenda: de voortgang van de synode, die al in 2019 begon.
Het synodebestuur stelt voor, mede door de coronacrisis, om op 8 juni nog één keer bijeen te komen om wat openstaande ‘kleinere’ agendapunten af te handelen. De synode kan die dag voorlopig (provisorisch) worden gesloten, om in de loop van 2022 weer te worden geopend. Dan kunnen de afgevaardigden heikele onderwerpen als vrouw en ambt en kerkelijke eenheid bespreken, waarvoor naar verwachting meerdere (fysieke) vergaderdagen nodig zijn.
Tot die tijd wil het moderamen proberen om de verschillende meningen over vrouw en ambt bij elkaar te brengen. „Wanneer grotere eenstemmigheid in de voorstellen niet mogelijk is, kan het moderamen nadenken over de manier waarop de synode daarmee om moet gaan in het licht van de huidige spanningsvolle situatie in onze kerken.”
De CGK zijn verdeeld over de vraag of vrouwen predikant, ouderling of diaken mogen worden. Zo kon de zogeheten commissie 7, die een rapport over vrouwelijke ambtsdragers schreef, niet met een gedeelde visie komen. Vijf leden wilden dat de synode het besluit over vrouw en ambt uit 1998, waarvan de onderbouwing volgens hen „op sommige punten sterker had gekund”, nog eens onderstreept. Toen werd gesteld dat „uit het geheel van de Heilige Schrift duidelijk wordt dat het onderwijzen en geestelijk leidinggeven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt.” Twee commissieleden vroegen de synode uit te spreken dat „de ambten opengesteld kunnen worden voor zusters” en dat dit „met de kennis van nu niet onschriftuurlijk is.”
Eenstemmigheid
Het moderamen schrijft dat het niet de indruk wil wekken dat het een besluit over vrouw en ambt voor zich uit wil schuiven. Volgens het synodebestuur zal het echter op korte termijn moeilijk zijn de meerderheids- en minderheidsstandpunten te overbruggen. „Terwijl het toch een belangrijk principe is dat synoden in elk geval uiterste pogingen doen in unanimiteit besluiten te nemen, zeker als het om ingrijpende gaat. In de zaken die aan de orde zijn, gaat het om de uitleg van de
Schrift en de eenheid van de kerk.” Het moderamen spreekt daarnaast van een „diep verlangen naar meer eenstemmigheid.”
Het voorstel van het moderamen is mede ingegeven door de coronacrisis, maar het synodebestuur vindt het ook belangrijk dat de huidige synodeleden –en niet die van een volgende– een besluit nemen over vrouw en ambt. „Op de nu voorgestelde wijze kan de synode die het hele proces heeft meegemaakt, ook tot besluitvorming overgaan. Dat lijkt ons kerkrechtelijk de meest aangewezen weg.”
Pauzeknop
Het synodebestuur gaat in het voorstel ook in op de vraag wat er moet gebeuren met gemeenten die afwijken van de geldende afspraken om geen vrouwelijke ambtdragers te benoemen of die niet willen wachten op de synodale besluitvorming in 2022. „Het moderamen realiseert zich dat dit een kwetsbare kant geeft aan élk voorstel tot uitstel van de besluitvorming. Anderzijds betekent uitstel van de besluitvorming geen ónduidelijkheid: er líggen besluiten en afspraken.”
Classes moeten gemeenten dus blijven aanspreken op afwijkend beleid. „Als zij dat al lange tijd doen, moet het ook nog wel een jaar langer kunnen. Zeker, als dat extra jaar een goede reden heeft.”
Als de synode dat wil, is het moderamen bereid om met kerkenraden in contact te treden en „de betekenis van het synodale appel (pauzeknop) indringend voor te houden.”
Als de synode akkoord gaat met het voorstel van het moderamen, wordt de volgende generale synode in 2024 gehouden.