Verhalen over technische vooruitgang, maar ook over onderduikers en gewonde Engelse piloten die in de Tweede Wereldoorlog onderdak kregen bij de familie Haase. Of dat van de dreigende gijzeling van de toenmalige eigenaar Jan Haase door de Duitsers, waaraan hij ternauwernood wist te ontkomen – dankzij de ingekwartierde Duitse soldaten die hem waarschuwden.

Die verhalen geeft zijn achterkleinzoon en huidig directeur Nico Haase (39) weer door. Hij houdt de herinnering aan de eerste klus van de zwagers Berend Jan Roelofs en Jan Haase levend met een zwart-witfoto in de ontvangsthal van het kantoor in Rijssen. Daarop is de voltooiing van de pastorie van de Gereformeerde Kerk in de Twentse stad vastgelegd. Honderd jaar later staat het pand er nog.

En zo zijn in Nederland nog heel wat andere gebouwen te vinden die door Roelofs & Haase zijn gebouwd. Een paar voorbeelden: de Zuiderkerk in Rijssen, hogeschool Windesheim in Zwolle, het Hoornbeeck College in Rotterdam en het Driestar College in Gouda.

Ook verschillende rijtjeswoningen, luxe villa’s, kantoren, woon-zorggebouwen en zelfs een brandweerkazerne van Roelofs & Haase’s makelij verrezen in het landschap. Daarmee biedt de bouwer een breed palet aan diensten.

Dat vraagt allerlei specialismen. „Complexiteit vinden we juist uitdagend”, zegt Haase, die zowel bedrijfseconomie als rechten heeft gestudeerd. „We nemen ook opdrachten aan voor herbestemming van gebouwen, sommige zijn Rijksmonumenten. We hebben wel meegemaakt dat een andere bouwer zo’n ingewikkelde opdracht niet aandurfde. Wij vonden die juist interessant.”

Daarnaast valt de brede expertise te verklaren uit het feit dat het bouwbedrijf in de loop van de tijd veel kleine bouwers heeft overgenomen. Roelofs & Haase kreeg de klanten en het personeel en kon zo zijn aanbod uitbreiden.

De Rijssense ondernemer bouwt sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw niet alleen in opdracht van anderen, maar koopt zelf ook panden aan om die te herontwikkelen. Zo werd Roelofs & Haase eigenaar van twee kloosters in het Noord-Brabantse Velp. Die verbouwt het bedrijf nu tot appartementen. Door de oude historische panden een nieuw doel te geven, hoeven ze niet gesloopt te worden.

Een van de uitdagingen voor het bouwbedrijf is het beperken van de faalkosten, ofwel extra onkosten door fouten. Haase: „Mijn overgrootvader hamerde er altijd op bij zijn zoon: zorg nou dat elke stap van een man raak is, want iedere stap kost geld.”

Of uiterst efficiënt werken mogelijk is, ligt aan het soort project. „We moeten bij iedere klus weer van voren af aan beginnen: met een andere opdrachtgever, andere architect, ander ontwerp, enzovoorts. Bij meer gestandaardiseerd werken, gaan de kosten wel omlaag. Kijk naar de autobranche die hele series auto’s van hetzelfde model maakt. Dan kun je je leermoment pakken.” Dat merkt Haase wel bij HAKO Bouw, het zusterbedrijf onder dezelfde holding, dat veel rijtjeswoningen neerzet. Veelal met onderdelen die vooraf in een fabriek worden gemaakt. In HAKO zit nog veel groeicapaciteit die Haase wil de komende jaren wil benutten.

Voldoende personeel vinden is een andere grote uitdaging voor het bouwbedrijf. „Ouders raden hun kinderen nogal eens af om timmerman of metselaar te worden. Vanuit het idee dat een crisis de bouwsector hard treft of vanwege de arbeidsomstandigheden. Terwijl de werkomstandigheden in de bouw steeds beter worden.” Zijn bedrijf heeft nieuw personeel naast diversiteit in projecten ook continuïteit te bieden, aldus de ondernemer.

Dat langdurige voortbestaan is één van de voorwaarden voor de toekenning van het predicaat hofleverancier. Die eer viel Roelofs & Haase eind april te beurt, toen het bedrijf zijn honderdjarig bestaan vierde. „Het is mooi om te zien dat de Koning daarin nog soeverein is. De macht van de Koning is al behoorlijk beperkt. Het predicaat is niet iets wat je kunt afdwingen. Het is echt een gunst.”