Vorige week minder coronaprikken gezet dan verwacht
Bijna 900.000 mensen hebben vorige week een vaccinatie tegen het coronavirus gekregen, blijkt uit de vaccinatiecijfers van het RIVM. Dat zijn er ruim 100.000 minder dan er volgens het coronadashboard van de overheid gezet zouden worden. Volgens het RIVM komen daar nog ongeveer 78.000 prikken met het Janssen-vaccin bij, die nog niet in de registratie zijn opgenomen.
Van maandag 24 tot en met zondag 30 mei zijn volgens de weekcijfers van het RIVM in totaal 899.234 prikken gezet. Volgens het coronadashboard zouden naar verwachting in die week 1.011.335 mensen een prik krijgen.
Volgens een woordvoerster van het ministerie van Volksgezondheid gaat er „iets mis in de ICT, waardoor we een achterstand hebben in de registratie van het aantal prikken met het Janssen-vaccin.” Inclusief de prikken met Janssen zouden er ongeveer 977.000 vaccinaties zijn gezet, nog steeds ruim 30.000 minder dan de verwachting.
Wat daar de oorzaak van is, lijkt moeilijk te zeggen, aldus de woordvoerster van het ministerie. „Er wordt een inschatting gemaakt op basis van de vaccins die er binnen zijn gekomen. Op basis daarvan wordt een planning en een prognose opgesteld. Hoeveel er daadwerkelijk worden afgeleverd bij vaccinatielocaties kan daar van afwijken.”
In totaal zijn er naar schatting ruim 9,3 miljoen prikken gezet. Meer dan 6,5 miljoen mensen kregen een eerste prik en 2,8 miljoen van hen hebben ook al een tweede dosis ontvangen. Niet iedereen krijgt een tweede prik, want wie het vaccin van Janssen krijgt is al na één inenting volledig gevaccineerd. Mensen die al corona hebben gehad kunnen kiezen of ze één of twee prikken nemen.
De vaccinatiegraad is het grootst onder 80 tot 84-jarigen. Van hen kreeg 83,9 procent al twee prikken. De 75 tot 79-jarigen komen in de buurt: 83,7 procent van deze leeftijdsgroep kreeg al een tweede dosis toegediend.
In de leeftijdsgroepen onder de 70, waar het vaccineren nog minder lang bezig is, ligt de vaccinatiegraad op dit moment nog laag. Van de 65 tot 69-jarigen kreeg slechts 14 procent een tweede dosis. De leeftijdsgroepen onder de 60 komen geen van allen boven de 10 procent uit.