Wie stoot WhatsApp van de troon?
De aankondiging begin januari van WhatsApp om gebruiksgegevens te gaan delen, deed flink stof opwaaien. Berichtenapps Signal en Telegram profiteerden ervan. Wat hebben die te bieden?
„Hé, gebruik jij ook Signal?” Ik heb berichtenapp Signal nog maar een dag geïnstalleerd als ik de vraag krijg van een kennis. Wat blijkt: hij installeerde de app ook een dag eerder, maar heeft –net als ik– zo weinig contactpersonen die de app gebruiken dat de vraag rijst of overschakelen naar Signal nou wel zo’n goed idee is.
Het gros van zijn (en mijn) contacten wisselt namelijk berichten uit via WhatsApp. Die berichtenapp raakte eerder dit jaar echter uit de gratie toen bekend werd dat de app gebruikersgegevens zou gaan delen met moederbedrijf Facebook – en dat terwijl de datamoloch al zo veel weet van wie dan ook. Het gevolg: een storm van kritiek onder deskundigen en een piek in het aantal downloads van berichtenapps Signal en Telegram – ook al bleek het delen van gebruikersgegevens alleen van toepassing in de Verenigde Staten en trok Facebook zich na de kritiek schielijk terug.
Enkele dagen later appt een andere contactpersoon over Signal: „Heb jij hier ervaring mee, is dit wel zo veilig als ze beweren?”
Ervaring heb ik dan nog weinig. Natuurlijk ken ik Signal. De app staat internationaal hoog aangeschreven onder (onderzoeks)journalisten, voor wie geheimhouding soms van het grootste belang is. Signal belooft namelijk maximale beveiliging van berichten en gebruikers. Bovendien kan per bericht worden ingesteld dat het na een bepaalde tijd wordt verwijderd. De app ondersteunt daarnaast gewone sms’jes en is dus eigenlijk een totaaloplossing, óók als je zonder internet zit. Het maakt de app –in elk geval op papier– interessant voor iedereen die gevoelige berichten uitwisselt. Of die gewoon gesteld is op z’n privacy.
Daarmee heeft Signal dus een aantal grote voordelen ten opzichte van WhatsApp. De berichtenapp mag dan zijn miljarden verslaan, sinds Facebook ’m inlijfde maken journalisten en privacydeskundigen zich zorgen over de koers die de app zal gaan varen. Die vrees bleek dus niet ongegrond. Wat ook voor Signal pleit, is dat de app ondanks de beveiliging helemaal niet ingewikkeld is. Natuurlijk oogt hij anders dan ’s werelds populairste berichtenapp, maar verder werkt hij hetzelfde.
Maar Signal blijft –zijn charmeoffensief om gebruikers voor zich te winnen én zijn goede beveiliging ten spijt– op achterstand staan. Consumenten laten zich namelijk toch lastig overtuigen. Als ik de app installeer staan er alleen wat vakgenoten en een enkele technologie minnende kennis in. Buiten die kritische technologiegebruikers lijkt er nauwelijks animo te zijn. Dat maakt het toch ingewikkeld om vol op het privacyorgel te gaan. Zo’n berichtendienst werkt immers pas optimaal als zo veel mogelijk mensen de overstap maken.
Een ander nadeel is de synchronisatie van berichten. Gebruik ik in het dagelijks verkeer nogal eens de webversie van WhatsApp, Signal biedt die om veiligheidsredenen niet. Als alternatief is er een desktopversie, maar die synchroniseert –eveneens om veiligheidsredenen– niet al het berichtenverkeer tussen gebruikers. Daardoor kan het voorkomen dat je voor de vraag op je telefoon moet kijken en het antwoord op je bureaublad moet zoeken. Lastig.
Toch lijkt half januari bij consumenten de knop om te gaan. Gealarmeerd door de berichten over het delen van gegevens stappen steeds meer contactpersonen over naar Signal. De lijst met vijftien contacten breidde zich de afgelopen maanden uit. Maar storm loopt het nog niet. Even leek Facebook zijn gebruikers in de armen van zijn concurrent te duwen, maar na een maandje of wat blijkt zelfs een ingrijpend voornemen consumenten nauwelijks in beweging te brengen.
Signal is beschikbaar in de Google Play Store en Apple App Store
Telegram is beschikbaar in de Google Play Store en Apple App Store