Israëlische cyberexpert bepleit meer bewustwording rond risico’s dataverkeer
Ze adviseert de Israëlische regering over digitale dreiging en helpt grote bedrijven hun gegevens elektronisch te beschermen. En dat is volgens Deborah Housen hard nodig. „Een cyberoorlog kan morgen uitbreken.”
Tijd om lang stil te staan bij de leuke kant van communicatie heeft Housen doorgaans niet. Want ze houdt zich vooral bezig met de bescherming van elektronische gegevensoverdracht. Waar mogelijk via deugdelijk vastgelegde en juridisch sluitende regelgeving, want dat is haar specialiteit.
In haar advocatenpraktijk adviseert Housen vooral bedrijven in de financiële sector over de bescherming van hun gegevens. Maar ook de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al, maritieme multinationals en overheidsinstanties behoren tot haar klanten. Ze is verbonden aan de universiteiten van Tel Aviv, Jeruzalem en Be’ersjeva.
Niet in de laatste plaats maakt Housen deel uit van het Forum Dvorah (Deborah Forum), een platform dat ernaar streeft vrouwen meer bij nationale veiligheidsvraagstukken te betrekken. Het Forum telt diverse hoge vrouwelijke officieren uit het Israëlische leger en vooraanstaande wetenschappers.
Bewustwording
Als een van haar belangrijkste taken ziet de Israëlische deskundige het verhogen van de bewustwording over de veiligheidsrisico’s van het globale dataverkeer. Niet alleen bij ondernemingen en de overheid, maar vooral ook bij de ‘gewone’ burger. „Wereldwijd heeft bijna 60 procent van de bevolking op een of andere manier toegang tot internet. Daardoor lopen we allemaal het risico op gegevensdiefstal of een ongewenste inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer. We moeten met elkaar beseffen dat ”cyberspace” niet een fantasiewereld ver van ons vandaan is. We hebben er allemaal mee te maken.”
De alsmaar toenemende hoeveelheid data die dagelijks over de digitale snelweg raast, is de grote uitdaging van dit moment – én van de nabije toekomst, meent Housen. „We hebben niet helder gedefinieerd wat onze relatie met al deze gegevens is. Zijn ze van ons? En zo niet, wie is dan de eigenaar? Vormen ze een bedreiging, of kunnen ze als wapen worden ingezet?”
Vooral dat laatste baart zowel overheden als ondernemingen grote zorgen. Digitale sabotage is een concrete dreiging. Dat bleek onlangs weer, toen hackers de software van een Amerikaanse olie-installatie kraakten en losgeld eisten.
Housen wil dat soort acties niet direct als terrorisme –laat staan cyberoorlog– bestempelen. „Veel mensen noemen het zo, maar het zijn nog steeds niet meer dan vijandelijkheden.”
Dat neemt niet weg dat een cyberoorlog „morgen kan uitbreken”, waarschuwt de Israëlische. „Niet voor niets investeren alle legers ter wereld sinds jaar en dag enorm in elektronische oorlogvoering.”
Luister het interview met Deborah Housen in de podcast van de ambassade van Israël: