Binnenland

„Voorstel Donner tegen godslastering zeer positief”

Minister Donner wil onderzoeken of het wetsartikel om „smalende godslastering” aan te pakken meer kan worden toegepast. Het kabinet reageert verdeeld op dit voorstel. In christelijke en moslimkringen wordt het idee van Donner grotendeels positief ontvangen.

Binnenlandredactie
15 November 2004 11:51Gewijzigd op 16 March 2023 13:33

Teunis Bunt, Bond tegen het Vloeken : „Het is prettig dat minister Donner aandacht wil voor handhaving van het wetsartikel over godslastering. Het is nu een papieren wet die niet snel tot een veroordeling zal leiden. Anderzijds is het natuurlijk vreemd dat een minister hierop aandringt, want de uitvoering berust natuurlijk niet bij hem maar bij de rechterlijke macht. Maar als signaal is het waardevol. Sinds de jaren dertig zijn er in ons land zo’n tien rechtszaken gevoerd in verband met vloeken. Naar mijn weten hebben die maar drie keer tot een veroordeling geleid, voor het laatst in 1965. Studentenblad Propria Cures kreeg toen 100 gulden boete voor het taalgebruik in een ”extra Jezusnummer”. De laatste zaak die de bond aanspande, was tegen Theo van Gogh, nadat deze Jezus Christus in 1996 in een column ”rotte vis van Nazareth” had genoemd. We gingen tot aan het Europese Hof, waar de zaak zonder opgaaf van redenen werd geseponeerd. Het tegenvoorstel van D66 om het wetsartikel juist te schrappen is onzin. Zij vinden dat gelovigen niet anders zijn dan andere mensen. Maar het gaat hier juist niet om gelovigen, het gaat om belediging van God. Wij vinden dat je altijd met respect over een opperwezen moet spreken, ook als dat de god van een moslim betreft. Het hoort bij respect voor een levensovertuiging. En mensen mogen best pleiten voor de vrijheid van meningsuiting, maar houd bij het uiten van je mening rekening met je taalgebruik.”

Prof. dr. G. C. den Hertog, hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn : „De oproep van minister Donner lijkt mij heel terecht. Het is ook in het belang van een neutrale overheid om godslastering tegen te gaan. Het gaat om respect voor elkaar hebben, zeker ook in religieuze zaken. De reactie van minister Verdonk dat we het hier niet over moeten hebben, is typerend voor de paarse gedachte dat we ons helemaal moeten kunnen uiten. Door de huidige ontwikkelingen kom je alleen maar meer tot de ontdekking dat je Gods geboden niet zomaar naast je neer kunt leggen. Dat geldt het tweede gebod om Gods Naam te heiligen, maar ook de opdracht tot respect en de zorg voor de vreemdeling in je land. Je kunt die geboden niet zomaar met voeten treden. Met godslastering bereik je een grens en het is heel terecht dat minister Donner zich daar over heeft uitgelaten.”

Ayhan Tonca, Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) : „Deze opmerkingen vinden wij heel erg positief. Al zal het wel vooral gaan om de handhaving van de wet, want daar ligt het probleem. Ik denk dat er een discussie gevoerd moet worden op juridisch niveau, wat godslastering is en wat niet is. Ik vind dat het niet moet ophouden bij lastering van een opperwezen alleen. Ik ken genoeg voorbeelden waarbij moslims geschoffeerd worden door bepaald taalgebruik. Als iemand ”de pooier van de profeet” wordt genoemd (door Theo van Gogh, red.), dan ervaar ik dat als godslastering. Het gaat weliswaar om respectloze taal over de profeet Mohammed, maar dat is een fundamentele persoon in de islam. Ik heb net zo veel moeite met het lasteren van Jezus, Die wij ook als profeet beschouwen. Dat staat allemaal op hetzelfde niveau als de belediging van Allah, onze god. Dat D66 het wetsartikel juist wil schrappen is tekenend voor de jarenlange tendens om alle godsdienstige normen uit de maatschappij te willen wegwissen. Godslastering gaat juist iedereen in dit land aan, of je nu wel of geen geloofsovertuiging hebt. Respect is daarbij het sleutelwoord.”

Prof. dr. F. J. H. Vosman, moraaltheoloog aan de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht : „Op feitelijk niveau is het tegengaan van godslastering natuurlijk mogelijk. Maar of het zinvol is, betwijfel ik. Het strafrecht is niet toereikend, ik geloof niet zo in de helende werking daarvan. Zowel Donner als D66 zoekt het in een verkeerde hoek. Kritiek mag niet op de man gespeeld worden, dat besef moet doordringen. Dat geldt ook een grote domoor als Zalm, die oorlogsretoriek ging gebruiken tegen fundamentalisten. De uitspraak van minister Donner is niet het signaal waar ik op zit te wachten. Het zet geen zoden aan de dijk. Je bereikt hier niet de mentaliteitsverandering mee die we nastreven. Het gaat om een andere kwestie die in allerlei lagen aangepakt moet worden: de journalistiek, maatschappelijke organisaties, kortom alle organisaties met enige mate van verantwoordelijkheid. Die moeten meer zelfkritiek toepassen en zich heroriënteren op de positie die ze innemen tegenover minderheidsgroepen. Zeker in de journalistiek kan zelfreflectie geen kwaad. Respect is nodig: we moeten voorkomen dat groepen tot schande worden gemaakt en worden weggepest. Het geloof is daarbij een factor, maar niet de enige. Alle ministers zouden allerlei groeperingen in de samenleving intensief moeten gaan bezoeken en niet alleen de elite. Laat hen vertellen hoe ze vinden dat de samenleving er uit zou moeten zien. Geen retoriek van paspoort afnemen of het land uit. Dat is minstens zo gevaarlijk als waar minister Donner nu tegen ageert.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer