Horeca weigert soms allochtonen
Uit een onderzoek van de Utrechtse politie naar het deurbeleid van de horeca in Utrecht en Amersfoort blijkt dat allochtonen soms structureel worden geweigerd. Dat maakte de politie zaterdag bekend.
In totaal zijn tien zaken, vijf in Amersfoort en vijf in Utrecht, herhaaldelijk bezocht door de politie.
De politie heeft de tien horecazaken ten minste vijf keer bezocht. Eerst gingen twee vrouwen naar binnen om de situatie goed te kunnen beoordelen. Zij werden gevolgd door twee allochtone collega’s en twee autochtone collega’s. Volgens een woordvoerder van de politie is het nog te vroeg om conclusies aan het onderzoek te verbinden. Wel is duidelijk geworden dat sommige zaken structureel allochtonen lijken te weigeren. De politie denkt rond de jaarwisseling met de horeca over de resultaten van het onderzoek te kunnen gaan praten.
De politie wil aan de hand van het onderzoek in discussie gaan met de horeca in beide steden over het gevoerde deurbeleid. „Het is een moeilijk onderwerp omdat het vaak het woord van de geweigerde klant is tegenover dat van de horecaonderneming. Dat hebben we geprobeerd helder te krijgen”, aldus een woordvoerder.
De Tweede-Kamerfractie van de PvdA wil de twee allochtone politiemensen die de discotheken hebben bezocht, uitnodigen voor de kamercommissie binnenlandse zaken en justitie. Woordvoerder Van Heemst van de PvdA wil dat de twee agenten in de commissie „hun schokkende ervaringen” komen vertellen. „Wat de politie in Utrecht en Amersfoort heeft meegemaakt, illustreert dat er veel meer van dit soort undercoverwerk nodig is om discriminatie bloot te leggen. En niet alleen in de horeca, ook in de volkshuisvesting en op het werk.”
Van Heemst, PvdA-woordvoerder politie en veiligheid, en zijn collega Dijsselbloem vinden van de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) zich veel actiever moeten opstellen op het gebied van discriminatiebestrijding en het vervolgen van mensen die discrimineren.