‘Nationaal Programma Onderwijs lost structurele problemen niet op’
Het Nationaal Programma Onderwijs helpt scholen niet om lerarentekorten op orde te krijgen en lost het structurele probleem van ongelijke onderwijskansen niet op. Dat schrijven de onderwijswethouders van de vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft met het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in totaal 8,5 miljard euro beschikbaar gesteld voor de komende twee jaar. Dat geld is met name bedoeld om achterstanden weg te werken die zijn ontstaan doordat onderwijsinstellingen wegens de uitbraak van corona lange tijd dicht waren en alleen digitaal onderwijs konden verzorgen.
De wethouders vinden dat het NPO een „incidenteel karakter” heeft. Om de personeelstekorten en de ongelijke kansen in het onderwijs aan te pakken zijn volgens de grote steden meer structurele oplossingen nodig.
Zo betreuren ze het dat het lerarentekort niet genoemd wordt in het plan. „Toch is het de grootste bedreiging voor het slagen ervan. In een aantal steden zijn het juist de scholen in de wijken met de grootste achterstanden en vertragingen die de grootste personeelstekorten hebben.”
Ook vrezen de wethouders dat een groot deel van de middelen richting commerciële partijen verdwijnt, die inzetten op „weinig duurzame interventies”. „Verschillen tussen scholen met en zonder lerarentekort kunnen daarmee door het huidige NPO onbedoeld verder worden vergroot.”
Naast een nieuwe aanpak van het lerarentekort, is het volgens de wethouders nodig om scholen meer tijd te geven dan de voorgestelde 2,5 jaar voor de ontwikkeling van de plannen. „Zodat het uiteindelijk om de kwaliteit en duurzame effecten van de uitvoering van de plannen gaat.”
De wethouders pleiten er verder voor dat alle jonge kinderen recht moeten krijgen op 640 uur gratis voorschoolse voorzieningen per jaar. Ook sluiten ze zich aan bij het recente advies van de Onderwijsraad en steunen ze een later selectiemoment richting het voortgezet onderwijs. Verder moet er extra leertijd komen voor kinderen en jongeren die dat het hardst nodig hebben.
Op 26 mei houdt de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een rondetafelgesprek over het NPO en op 7 juni is er een debat met demissionair minister Arie Slob over onderwijs en corona in het primair- en voortgezet onderwijs.