Armenië beschuldigt Azerbeidzjan van schenden vredesdeal
De waarnemend premier van Armenië, Nikol Pasjinian, heeft buurland en aartsvijand Azerbeidzjan ervan beschuldigd de zuidelijke grens te zijn overgestoken om grondgebied op te eisen. Het is de recentste escalatie tussen de twee landen, die eind vorig jaar een korte maar bloedige oorlog met elkaar uitvochten om de regio Nagorno-Karabach.
Bij het conflict van zes weken kwamen zo’n 6000 personen om het leven. Uiteindelijk zag Armenië zich gedwongen grote stukken grondgebied die het decennia onder controle had gehad, terug te geven aan Azerbeidzjan. Het vredesakkoord tussen de twee voormalige Sovjetrepublieken kwam tot stand met behulp van Russische bemiddeling.
Die vrede lijkt met de beschuldiging die Pasjinian donderdag uitte, onder druk te komen. De Armeense demissionaire premier, die eind vorige maand opstapte vanwege aanhoudende kritiek op zijn optreden tijdens de oorlog met Azerbeidzjan, riep donderdag zijn veiligheidsraad bijeen voor een noodoverleg.
Volgens Pasjinian zijn de Azeri’s Armenië meer dan twee kilometer binnengetrokken. De waarnemend premier zei dat het leger van Azerbeidzjan een zuidelijk meer probeert „te belegeren”. „Het is een aantasting van het soevereine grondgebied van de republiek Armenië”, aldus Pasjinian. „Dit is een daad van vijandige infiltratie.”
Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Azerbeidzjan bestempelde Pasjinians uitlatingen als provocaties. Volgens een woordvoerder bemannen Azerbeidzjaanse grenstroepen gewoon hun posten. Vorige maand beschuldigden Jerevan en Bakoe elkaar er ook al van het vredesakkoord te schenden.