Binnenland

Nederlandse VN-militair Nicolai onder vuur over Srebrenica

Bij de val van de Bosnische enclave heeft de VN-vredesmacht Unprofor over een breed front fouten gemaakt. Maar de Nederlandse generaal Nicolai, in de zomer van 1995 chef-staf Unprofor in Sarajevo, heeft wel erg grove inschattingsfouten gemaakt bij de verschillende verzoeken om luchtsteun door Dutchbat-commandant Karremans.

ANP
2 April 2002 14:11Gewijzigd op 13 November 2020 23:29

Tot die conclusie komt 2 Vandaag in een item over Srebrenica dat woensdag wordt uitgezonden. Het tv-actualiteitenprogramma baseert zich op notulen van een geheim overleg op het ministerie van Defensie. Dat zogeheten bunkerberaad had plaats op 1 november, vier maanden na de val van de moslim-enclave die naar schatting 8000 personen het leven heeft gekost.

Defensie wilde met het overleg duidelijkheid krijgen over de gang van zaken voor en tijdens de Bosnisch-Servische verovering van Srebrenica. Bij de zitting waren behalve Nicolai, onder anderen toenmalig chef defensiestaf Van den Breemen, landmachtbevelhebber Couzy en kolonel De Jonge aanwezig. De laatste was assistent van algeheel Unprofor-bevelhebber Janvier op het VN-hoofdkwartier in Zagreb.

De notulen leggen de algehele verwarring bloot over hoe met verzoeken om luchtsteun en luchtaanvallen moest worden omgegaan. De procedures daarvoor waren eind mei 1995 aangescherpt toen de Servische generaal Mladic in een reactie op NAVO-luchtaanvallen circa driehonderd Unprofor-militairen in gijzeling had genomen.

De grote terughoudendheid bleek in aanloop naar de val van Srebrenica. Terwijl de troepen van Mladic steeds verder oprukten, vroeg Karremans herhaaldelijk om luchtsteun. Nicolai wees de verzoeken zeker tot vier keer af, onder meer omdat de Dutchbat-commandant procedureel om luchtsteun had moeten vragen en niet om luchtaanvallen.

Toen op 10 juli Nicolai uiteindelijk overtuigd was van de noodsituatie in de moslimenclave en het verzoek om steun doorsluisde naar Janvier in Zagreb, bleek de procedure te tijdrovend. Besloten werd de luchtacties naar de volgende dag door te schuiven.

Op 11 juli was de verwarring echter zo groot, dat het enige ingrijpen (door twee Nederlandse F16’s) er niet meer toe deed. De Bosnische Serviërs hadden Srebrenica al in handen en verdere aanvallen zouden de Nederlandse troepen in gevaar brengen.

Hoe pijnlijk de hele gang van zaken is geweest, valt wellicht af te leiden uit Nicolai’s oordeel over het bunkerberaad van begin november. Het besprokene moest geheim blijven, omdat het „de positie van de krijgsmacht ernstig kon schaden”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer