Sector wil kippen bij de poten blijven vangen
De pluimveesector zit in zijn maag met de vraag hoe het verder moet met het vangen en laden van kippen die naar de slachterij gaan. „Als we ze niet meer bij de poten mogen pakken, krijgen we de stallen na 10 juni niet leeg.”
Aanleiding voor de onrust is de uitspraak donderdag van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in een kort geding van actiegroep Wakker Dier tegen het ministerie van LNV. Wakker Dier wil dat voedselwaakhond NVWA –onderdeel van LNV– optreedt tegen pluimveeservicebedrijven die kippen vangen door ze bij de poten op te tillen. Europese wetgeving zou dat verbieden.
Het CBb geeft de actiegroep gelijk. Het ministerie heeft zes weken de tijd –tot 10 juni– om te onderzoeken of bedrijven de regels overtreden.
Er zijn verschillende manieren om kippen te vangen. Welke wordt toegepast is onder meer afhankelijk van de inrichting van de stal, legt Jan Brok uit. Hij is coördinator van de branchevereniging van pluimveeservicebedrijven NVPSB.
„Vleeskuikens lopen op een vlakke vloer. ’s Avonds gaan ze slapen. In het donker kun je ze gemakkelijk vangen. Er bestaan machines die de dieren oprapen via een lopende band. Maar leghennen zitten in stallen met verschillende etages. Daar kan zo’n machine niet werken. Die kippen kun je alleen met de hand vangen, bij licht.”
Een gespecialiseerde vanger pakt vier tot zes kippen tegelijk bij de poten op en stopt ze in kratten. Daarbij hangen de dieren korte tijd op de kop. Volgens Wakker Dier kunnen de kippen dan amper ademhalen. Door het vangen lopen jaarlijks miljoenen kippen botbreuken op, stelt de actiegroep.
Het kan ook op een andere, meer diervriendelijke manier: de zogeheten Zweedse methode. De vanger pakt de kippen dan een voor een bij de vleugels op. Volgens Joep van de Waarenburg, eigenaar van pluimveeservicebedrijf den Ouden Oirschot, wordt hier op kleine schaal mee geëxperimenteerd. „Maar het duurt drie keer zolang als vangen bij de poten, dus je hebt drie keer zoveel medewerkers nodig. Die zijn niet te vinden. Als we verplicht worden zo te werken, krijgen we straks zeker de helft van de kippen niet meer uit de stallen.”
In de vleeskuikenhouderij is machinaal vangen ook geen standaardoplossing, zegt Van de Waarenburg. Een technisch probleem is volgens hem dat er verschillende types transportkratten in omloop zijn. Bovendien kost het tijd –en dus geld– om de machine na het leeghalen van een stal schoon te maken. „Twee tot tweeënhalf uur. In die tijd kan een vangploeg handmatig een volgende stal leeghalen.”
De wetgeving waar het om draait is de EU-Transportverordening. Die schrijft voor dat het verboden is om dieren bij de poten of nekvel op te tillen of voort te trekken. Volgens landbouwminister Schouten zou een uitzondering gelden voor pluimvee, konijnen en hazen. Brussel zou vergeten zijn die in de tekst op te nemen. In een andere EU-verordening, over het slachten van dieren, staat de uitzondering wel. Maar het CBb oordeelde donderdag naar de letter van de Transportverordening.
Jan Brok spreekt van een slimme actie van Wakker Dier. „Juridisch hebben ze gelijk.” Hij vindt dat er nu snel reparatiewetgeving moet komen. „Er moet meteen iemand naar Brussel om dit te regelen.”
Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders, wil ook dat er een oplossing komt. „Wij zijn geschrokken van deze uitspraak. Wij vinden dat we zorgvuldig met onze dieren moeten omgaan, maar vangen bij de poten kunnen we niet missen.”
Volgens Jan Brok krijgt het vangen ten onrechte de schuld van verwondingen bij kippen in de schoenen geschoven. „De NVWA stelt botbreuken en blauwe plekken pas vast aan het einde van de slachtlijn. Dan is er al van alles met die kippen gebeurd. Onze leden zijn alleen verantwoordelijk voor het stukje tot in het transportkrat.”