De Palestijnse leider Mahmoud Abbas maakte donderdagavond bekend dat de verkiezingen voor de volksvertegenwoordiging voor onbepaalde tijd worden uitgesteld. De presidentsverkiezingen van 31 juli staan nog wel in de planning, maar de verwachting is dat die ook worden doorgeschoven.

Officieel gaf Abbas als argument voor het uitstel dat Israël niet kan garanderen dat Palestijnen ook in Oost-Jeruzalem mogen stemmen. De Israëlische autoriteiten hebben geen verbod afgekondigd, maar ook (nog) geen vergunning afgegeven. Bij de vorige verkiezingen in 2006 mochten Palestijnen in dat stadsdeel overigens wél naar de stembus.

Dat is naar alle waarschijnlijkheid ook niet de ware reden van de manoeuvre van de Palestijnse president. De Fatahpartij van Abbas is sterk intern verdeeld, vooral doordat steeds meer critici zich roeren. Zij vinden dat de 85-jarige leider het veld moet ruimen. De afgelopen vijftien jaar heeft Abbas per decreet geregeerd en was er van enige democratische besluitvorming nauwelijks sprake.

Die zwakte van Fatah zou ook de radicale Hamasbeweging in de kaart kunnen spelen. Abbas vreest dat Hamas opnieuw een klinkende stembuszege zal boeken, ten koste van zijn verdeelde eigen partij.

Hamas boekte bij de verkiezingen van 2006 ook al een grote overwinning, hoewel de kandidaten in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever zich officieel niet als Hamasleden mochten presenteren. Daarna trok Hamas alle macht in de Gazastrook naar zich toe, na een gewapend conflict met Fatah-aanhangers.

Hamas heeft het uitstel inmiddels al scherp veroordeeld. De beweging, die in de EU en in de VS op de lijst van terroristische organisaties staat, waarschuwde Abbas en zijn Fatahpartij vrijdag voor ernstige consequenties.

Maar ook binnen Fatah zwelt de kritiek op Abbas aan. Het ligt daarmee voor de hand dat de Palestijnse leider zich met dit besluit dubbele problemen op de hals haalt: de woede van Hamas én een revolte binnen de eigen gelederen.

Om nog maar niet te spreken van de onvrede onder de Palestijnse bevolking. Veel jonge Palestijnen hebben nog nooit de gang naar de stembus mogen maken.

„Als jonge Palestijnse burger, roep ik op tot het houden van verkiezingen. Ik wil mijn recht om te kiezen uitoefenen, zodat ik nieuwe gezichten, jonge gezichten en nieuwe politieke standpunten kan zien”, zei Wael Deys uit Hebron donderdag tijdens een betoging op de Westelijke Jordaanoever.

Het roept herinneringen op aan 2006, toen ik me tussen een Palestijnse menigte begaf die zich voor het hoofdpostkantoor in Oost-Jeruzalem had verzameld. Uitzinnig waren ze, omdat ze eindelijk hun stem mochten uitbrengen. Dat moment wordt hen nu door hun eigen leider door de neus geboord.