Zaak medeverdachte Ruinerwold in september verder
De rechtbank in Assen hervat op 21 september het strafproces tegen Josef B., de medeverdachte in de geruchtmakende Ruinerwoldzaak. Het Openbaar Ministerie beschuldigt hem er onder meer van dat hij zes kinderen van Gerrit Jan van D. tegen hun wil heeft vastgehouden in een afgelegen boerderij nabij het Drentse dorp Ruinerwold. Van D. was de hoofdverdachte in de zaak, maar in maart oordeelde de rechtbank dat hij medisch gezien niet in staat is terecht te staan. De strafzaak tegen hem is daarmee van de baan.
Van D. en B. werden in oktober 2019 aangehouden, nadat de zaak aan het licht was gekomen. Een van de kinderen was destijds uit de boerderij weggelopen en heeft vervolgens alarm geslagen.
De 60-jarige B., Oostenrijker van geboorte, zou de huurder van de boerderij zijn geweest en een vriend van Van D. Het gezin van Van D. zou in een soort religieuze ban hebben geleefd, onder aanvoering van Van D. B. zou hetzelfde geloof hebben aangehangen. Hij is in oktober vorig jaar op vrije voeten gesteld, in afwachting van zijn proces. Op eerdere, tussentijdse zittingen heeft hij de beschuldigingen van de hand gewezen en gezegd dat er sprake is van „een heksenjacht”.
Van D. (68) liep in 2016 ernstige en blijvende hersenschade op door een beroerte. Zijn echtgenote overleed in 2004. Hij zou na zijn vrijlating in maart weer bij zijn jongste vier kinderen zijn gaan wonen. Een vijfde kind heeft het gezin recentelijk verlaten. Alle kinderen zijn inmiddels meerderjarig.
Een documentaireserie over de vier oudste kinderen trok eerder dit jaar veel kijkers. De kinderen doen daarin hun verhaal. Een recente crowdfundingsactie voor (alle) kinderen van Van D. leverde bijna een half miljoen euro op, ruim boven het streefbedrag van 270.000 euro.