Beste klant, spaar liever bij de concurrent
Het moet niet gekker worden, ben je geneigd te denken. Rente ontvangen kun je tegenwoordig wel vergeten en nu lijkt het er ook nog op dat de banken je als spaarder liever zien gaan dan komen. Zij hebben namelijk een probleem. De extreem lage rente tast hun verdienvermogen aan. Spaargeld is voor hen vandaag de dag een blok aan het been. De tijden dat zij met aanlokkelijke percentages concurreerden om zoveel mogelijk tegoeden van klanten te verwerven, zijn voorbij.
ING windt er geen doekjes om. Als je naar de site gaat, zie je daar het advies om te overwegen je spaarcenten over te boeken naar een andere bank. „Die geven soms meer rente dan ING.” Met vervolgens een verwijzing naar enkele vergelijkingssites. ABN AMRO op zijn beurt schrijft: „Banken hebben minder behoefte aan spaargeld.”
De grote spelers in ons land dringen hun aanwezigheid in deze sfeer terug. Rabo maakte onlangs bekend te stoppen met zijn online spaaractiviteiten in België en Duitsland, door die te verkopen of af te bouwen. ABN AMRO neemt afscheid van internetdochter Moneyou, die zich voornamelijk richt op sparen. Zo wil het moederconcern „het hoofd bieden aan het aanhoudend lage renteklimaat”, lezen we als toelichting.
Tot enkele jaren geleden bewaarden banken graag de euro’s die de consument voor kortere of langere periode kon missen. Zij financierden daarmee de kredietverstrekking. Het was een goedkope en veilige bron van funding. Wie een lening afsloot, moest een hoger tarief betalen dan dat iemand ontving over het saldo op zijn rekening of deposito. Het traditionele rentebedrijf (aantrekken en uitzetten van geld) zorgde voor een stabiel onderdeel van de winst.
Inmiddels heeft de Europese Centrale Bank (ECB) zijn beleidsrente teruggeschroefd naar niet eerder vertoonde niveaus en zijn de marktrentes, de percentages die professionele partijen onderling hanteren, enorm gedaald. De tarieven waartegen banken kredieten toekennen, onder meer als woninghypotheken, bewegen mee met die ontwikkeling. Die zijn dus eveneens fors gezakt. In de vergoeding over spaarsaldi zijn de lage rentes in mindere mate doorberekend. Dus is de marge voor de banken verkleind, krimpen hun inkomsten op dit terrein. Ze kunnen nu beter het benodigde geld ophalen bij de ECB. Dan zijn ze goedkoper uit, want die verschaft langlopende leningen tegen een rente van wel min 1 procent.
Daar komt nog iets bij. De commerciële banken moeten overtollige kasmiddelen stallen bij de ECB. Over dat tegoed in Frankfurt ‘ontvangen’ zij sinds 2014 een negatieve rente. De omgekeerde wereld, bedoeld om de kredietverlening te stimuleren. Momenteel dragen zij 0,5 procent af. Nederlandse financiële concerns maakten in dit verband vorig jaar ruim 1 miljard euro over aan de toezichthouder.
Wat de banken zou helpen is het over een breed front invoeren van eveneens een negatieve rente voor spaarders. Voor grote vermogens hebben zij dat al gedaan. Recent kondigden ING en ABN AMRO aan dat zij de grens wat dit betreft per 1 juli omlaag brengen naar respectievelijk 100.000 en 150.000 euro. Om ook de klant met een dunnere portemonnee ermee te confronteren, dat durven de banken nog steeds niet aan. Maar laat de consument erop voorbereid zijn dat het toch een keer gaat gebeuren.