De Rekenkamer wijt de problemen aan een gebrekkige voorbereiding en aanpak. Er was te weinig oog voor de uitvoering en snelheid ging boven inhoud, concludeert de Rekenkamer nu. Zowel de betrokken ministers als het parlement hebben onderschat hoeveel werk de nieuwe sleepwet met zich mee zou brengen.

Zo hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie destijds geen uitvoeringstoets laten doen. Daardoor bleven de financiële consequenties, het toenemend aantal regels en de gevolgen voor de werkdruk bij de AIVD en MIVD buiten beschouwing toen de wet werd voorbereid. Ook kregen de diensten te weinig geld om de wet in te voeren. In de woorden van de Rekenkamer was er sprake van „onvoldoende balans tussen (politieke) ambities enerzijds en de beschikbare tijd, mensen en middelen anderzijds”. „Dit is een helaas vaker voorkomende disbalans bij de uitvoering van publieke taken”, voegt de onafhankelijke organisatie daaraan toe.

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet was de invoering van kabelinterceptie. „Het onderscheppen van communicatie op internetkabels kan in potentie veel informatie opleveren en de slagkracht van de diensten vergroten. Maar door technische en juridische complicaties is sinds inwerkingtreding van de nieuwe wet nog geen gebruik gemaakt van kabelinterceptie”, aldus het onderzoek.

Het onderzoek begon in juni vorig jaar. De Rekenkamer vroeg documenten op en voerde tientallen gesprekken met betrokkenen. Van meerdere kanten werd al kritiek op de nieuwe wet geuit, onder meer deze maand nog van toezichthouder CTIVD.

De ministers Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Ank Bijleveld van Defensie onderschrijven de bevindingen in het rapport, zeggen ze in een reactie.