„Het geweld tegen de scholen raakt niet alleen de leerlingen en hun ouders, de leerkrachten, directeuren en bestuurders maar de hele samenleving”, schrijven de organisaties. „Dat geldt ook voor de moord op Theo van Gogh en voor de brandstichting in kerken en moskeeën.”

In een toelichting schrijven de initiatiefnemers dat scholen, kerken en moskeeën plaatsen moeten zijn waar mensen zich kunnen ontwikkelen. Deze plekken „mogen nooit de plaats worden waar machtsconflicten worden uitgevochten of aangewakkerd.”

Onder de ondertekenaars van de oproep zijn onder meer de onderwijsbonden, de werkgeversorganisaties in het openbaar en bijzonder onderwijs, de verenigingen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs en ouderverenigingen. Ook CNV, FNV en de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) behoren tot de initiatiefnemers.

Andere organisaties zijn eveneens geschokt door de recente aanslagen. Het Inspraakorgaan Turken doet een dringend beroep op iedereen in Nederland om „zich te onthouden van daden en uitspraken die kunnen leiden tot een verdere escalatie van het geweld in ons land.”

„In deze donkere dagen na de gruwelijke moord op Theo van Gogh rust op eenieder de verantwoordelijkheid om te voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan”, aldus voorzitter S. Bagci. „We mogen nooit toegeven aan het streven van extremistische elementen, die geweld hanteren om de uitoefening van grondrechten te verhinderen en de democratische rechtsorde te verstoren.” Volgens het inspraakorgaan hebben moslims en niet-moslims de plicht om elkaars veiligheid en vrijheid te beschermen.

Ook het Centraal Joods Overleg (CJO) zegt geschokt te zijn door de aanslagen op moskeeën, scholen en kerken. Het orgaan liet dat woensdag weten in een verklaring, gericht aan christelijke en islamitische organisaties.

„De joodse gemeenschap leeft ten diepste met u mee in deze onzekere tijden waarin uw gemeenschap door deze aanslagen zo sterk wordt getroffen”, aldus de verklaring van het CJO. „Ons inlevingsgevoel met uw situatie wordt gevormd door het gegeven dat wij al langer leven met de dreiging van terreur. Wij beseffen dan ook terdege welke gevoelens mogelijk bij kerk- en moskeegangers, ouders, leerlingen en anderen in uw gemeenschap inmiddels leven.”

Het CJO noemt het beschadigen van andermans eigendom „ontoelaatbaar” en zegt te hopen dat „de gepleegde wandaden niet leiden tot duurzame verstoring van opgebouwde relaties tussen bevolkingsgroepen.”