Eenzaamheid in de cel groeit door corona
Corona raakt het vrijwilligerswerk in gevangenissen in het hart. Gesprekken met gedetineerden onder vier ogen zijn vaak niet meer mogelijk. „Ingrijpend.”
Vrijdag 13 maart 2020. De datum staat Hans Barendrecht, directeur van Gevangenenzorg Nederland (GN), in het geheugen gegrift. Nederland krijgt te maken met de eerste lockdown.
Barendrecht bezoekt op dat moment juist de Penitentiaire Inrichting (PI) in Krimpen aan den IJssel. Gevangenenzorg runt op PI-afdeling De Compagnie een project om gedetineerden te helpen van bajes naar baan. Of van boef naar brave burger.
De gevangenisdirecteur in Krimpen komt met een sombere boodschap: de gevangenis moet in volledige lockdown. Elk fysiek bezoek is verboden. De poort van gevangenissen, toch al gesloten bolwerken, gaat hermetisch op slot.
Het nieuws zorgt voor de nodige onrust. Gevangenenzorg Nederland, een officieel door justitie erkende vrijwilligersorganisatie, roept een crisisteam bijeen om de impact van de maatregelen te inventariseren.
De lockdown raakt de hulporganisatie „in het hart”, geeft Barendrecht aan. „Wij konden gevangenen niet langer in de ogen kijken, geen vertrouwelijke band opbouwen. Terwijl onze inzet staat of valt met vertrouwen. Fysiek contact is het DNA van ons werk.”
Corona maakt het werk in de bajes „superlastig” voor de GN-vrijwilligers. In tbs-klinieken, waar gedetineerden soms al weinig of geen bezoek krijgen, is de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) soepeler, waardoor meer bezoek van vrijwilligers mogelijk is.
Hond bekijken
Gevangenenzorg haalt oude, beproefde methodes van stal: brieven schrijven, kaartjes sturen, telefoontjes plegen. „Op die manier hebben we veel contacten onderhouden.”
Met het oog op het welzijn stelt de DJI tablets ter beschikking aan gedetineerden om contact te onderhouden met het thuisfront. Zij maken daar gretig gebruik van. Maar niet iedereen. „We kregen een verzoek van een gevangene die we nog niet kenden. Hij vroeg: Mag ik een keer met jullie skypen? Ik heb niemand om contact mee te leggen. De eenzaamheid onder gevangenen is door corona toegenomen.”
De tablets betekenen een aardverschuiving in de bajes. „In de cel is een andere wereld ontstaan”, verklaart Barendrecht, die verwacht dat deze „digitale deur” niet meer op slot gaat. „Fascinerend.”
„Gevangenen, die soms jaren niet thuis zijn geweest, kunnen ineens ’s avonds een verhaaltje voorlezen aan hun kinderen en hen daarmee als het ware op bed leggen. Of even de nieuwe bank in de woonkamer bekijken. Of de hond.”
Ook Barendrecht kan met 650 vrijwilligers dankzij tablets in gesprek blijven met gedetineerden. „De tablet bieden mooie mogelijkheden om onze SOS-herstelcursus aan individuele gevangenen aan te bieden. Dat is nieuw.”
Skype heeft ook grote nadelen. Vrijwilligers willen gedetineerden graag in de ogen kijken. Of even samen oplopen over de luchtplaats. Of een potje tafeltennis doen. „Even ongedwongen praten, dan komen er belangrijke vragen aan bod.”
Isoleercel
De DJI heeft in juni het coronabeleid in gevangenissen en tbs-klinieken enigszins versoepeld. Bezoek mag plaatsvinden achter plexiglas in een grote ontmoetingszaal, onder toeziend oog van bewakers. „De privacy in zo’n zaal is weg.”
Bovendien moeten gedetineerden zelf een aanvraag indienen voor een ontmoeting met een vrijwilliger. „Moet een gevangene kiezen tussen bezoek van een familielid of van een vrijwilliger, dan kiest hij vaak voor familie.”
De regels zijn streng. Een gedetineerde die langs het spatscherm z’n vrouw of dochter een kus of knuffel geeft, kan rekenen op verhuizing naar een isoleercel. „Sommige gevangenen riskeren de strafmaatregel en geven toch een kus of knuffel. Want het voelt zo onnatuurlijk om geen zoen te krijgen als je jarig bent of als je vrouw één keer per week op bezoek komt.” Gevangenenzorg Nederland probeert zo goed en zo kwaad als het kan het werk voort te zetten. „In pakweg acht inrichtingen kunnen we nog op bezoek.”
De organisatie houdt elke dag ”Hoger Beroep” op het kantoor in Zoetermeer. „We bidden bij deze gebedsbijeenkomst of God ons werk zegent, maar ook dat van gevangenismedewerkers.”