Te veel dioxine in vlees van grazers rond Lauwersmeer
In het vlees van grote grazers die rond het Lauwersmeer lopen is te veel dioxine aangetroffen. Dat is vastgesteld na een onderzoek dat gebiedsbeheerder Staatsbosbeheer heeft laten doen naar het dioxinegehalte in het vlees. Daartoe is besloten nadat vorige zomer was gebleken dat er in het vlees van grazers in andere natuurgebieden in Nederland te veel dioxine zat. Er is volgens Staatsbosbeheer geen vlees verkocht van Lauwersmeervee met te veel schadelijke stoffen.
Een te hoog gehalte dioxine werd voor het eerst aangetroffen bij vrij rondlopende runderen bij Slot Loevestein in het uiterwaardengebied. Later kwam de vervuiling ook aan het licht bij andere groepen grote grazers langs de grote rivieren en in de Oostvaardersplassen. Vlees van geslachte grote grazers wordt gewoonlijk verkocht voor consumptie, maar dat ligt nu sinds vorige zomer stil. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA is bezig met een onderzoek naar de relatie tussen dioxine bij grote grazers en mogelijke bodemvervuiling. De uitslag van dat onderzoek wordt in de zomer verwacht.
Een te hoog dioxinegehalte is bij het Lauwersmeer vooral gevonden bij mannelijke konikpaarden, aldus Jaap Kloosterhuis, boswachter bij het Lauwersmeer. Bij de merries lag het gehalte onder de norm. Ook in het vlees van de Schotse Hooglanders is te veel dioxine gevonden. Dierenartsen denken dat de beesten geen last hebben van de vervuiling in hun lichaam, zegt Kloosterhuis.
Dioxine is een verzamelnaam voor een groep van chemische stoffen die bij (vuil)verbrandingsprocessen kunnen ontstaan. Daarnaast kunnen zij in bepaalde chemische stoffen voorkomen, zoals in koelvloeistof of in bepaalde bestrijdingsmiddelen. Hoewel de uitstoot van dioxines de laatste 25 jaar sterk aan banden gelegd is, komen dioxines in kleine concentraties in heel Nederland voor. Te veel dioxine in het lichaam kan voor ernstige gezondheidsklachten zorgen.