Binnenland

’Beveiliging Van Gogh had niet anders gemoeten’

Filmmaker Theo van Gogh had op basis van de informatie die er was niet anders beveiligd moeten worden. Dat concluderen de ministers Donner (Justitie), Remkes (Binnenlandse Zaken) en Verdonk (Vreemdelingenzaken) in een brief over de moord op Van Gogh die ze woensdagavond laat naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.

ANP
11 November 2004 07:09Gewijzigd op 14 November 2020 01:51

Volgens de ministers was er weliswaar sprake van bedreigingen aan het adres van Van Gogh, maar die waren volgens de bewindslieden „zodanig algemeen van karakter" dat er niet telkens aanleiding was om concrete maatregelen te nemen.

De vermoedelijke moordenaar van Van Gogh, Mohammed B., was voor de aanslag al bekend bij politie, justitie en veiligheidsdienst, blijkt uit de brief. In augustus 2002 kwam hij „zijdelings" in beeld bij de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst AIVD. Uit onderzoeken kwam naar voren dat hij „ondersteunend" optrad voor de kernleden van een groep radicaliserende moslims, die bekend stond onder de naam Hofstadgroep: een netwerk van personen die voor een belangrijk deel in Amsterdam verbleven.

De ministers kondigen in hun brief maatregelen aan om gewelddadig radicalisme beter te kunen aanpakken. De AIVD wordt uitgebreid, er komt meer geld voor personen– en objectbeveiliging, van mensen met twee paspoorten kan de Nederlandse nationaliteit worden ontnomen en moskeeën die in strijd handelen met de openbare orde kunnen worden verboden.

Het kabinet wil ook de voedingsbodem van radicalisering aanpakken. Het wil voorkomen dat radicale ideologieën worden verspreid in moskeeën en door imams. Imams of anderen met kwade bedoelingen moeten uitgezet kunnen worden of al aan de grens geweerd.

Volgens de ministers heeft de moord op Van Gogh „Nederland enorm geraakt", vooral wegens de „onomkeerbare conclusie dat sommigen in onze samenleving vergaand geradicaliseerd zijn". „Nederland kan en mag zich niet neerleggen bij het gegeven dat kleine minderheden met moord en geweld hun opvattingen doorzetten en een klimaat scheppen waarin anderen hun overtuiging en mening niet meer durven uiten", staat in de brief.

Aan de brief van de ministers is dagenlang gewerkt, waarbij koortsachtig overleg plaatsvond met premier Balkenende en vice–premier Zalm. In het kabinet bestaat de vrees dat VVD–minister Remkes in het Tweede–Kamerdebat over de brief, dat donderdagmiddag plaatsvindt, zwaar onder vuur zal komen te liggen.

Vooral in zijn eigen VVD is de kritiek op Remkes de laatste tijd fors toegenomen. Fractieleider Van Aartsen verweet het kabinet bij de aanpak van het moslimterrorisme „laks en naïef" te zijn.

Volgens ingewijden weigerde Van Aartsen de afgelopen dagen overleg met zijn partijgenoot Zalm over de positie van Remkes. Ook VVD–kamerleden zeggen niet te kunnen inschatten welke koers Van Aartsen in het Kamerdebat zal kiezen. De woordvoerder van Van Aartsen zei woensdag alleen dat van het kabinet „een heel goede, sterke brief" wordt verwacht. Van Aartsen geeft zijn oordeel pas in het Kamerdebat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer