Lijst Pim Fortuyn schrapt Kievits
Op het allerlaatste moment heeft de Lijst Pim Fortuyn (LPF) alsnog de nummer zeven van de lijst, de jurist M. Kievits, geschrapt. Deze dreigt nu met juridische stappen. Boerenleider Wien van den Brink keert op de lijst terug als nummer 20.
Kievits is zeer ontstemd dat zijn naam is geschrapt en beschouwt de beschuldigingen aan zijn adres als „laster.” Hij schrijft dat in een maandag uitgegeven verklaring.
Een woordvoerder van LPF maakte zaterdag bekend dat de plaats van Kievits wordt ingenomen door A. Peperkoorn, luitenant-kolonel bij de marechaussee. De boerenactievoerder Wien van den Brink komt als nummer 20 op de lijst.
Kievits is als docent van de politie-opleiding LSOP in Apeldoorn geschorst omdat hij eind vorig jaar iemand zou hebben mishandeld. De LPF-woordvoerder zegt dat zijn partij de knoop heeft doorgehakt omdat de kandidaatstelling voor de Tweede Kamer op 2 april eindigt. Een onderzoek door de LSOP is voor die datum nog niet afgerond.
Van den Brink trok zichzelf eerder terug als kandidaat-Tweede-Kamerlid, omdat hij vond dat de LPF hem met nummer 43 een veel te lage plaats had toebedeeld.
Enkele voormalige politieke leiders discussieerden zondag in het tv-programma Buitenhof met elkaar over de vraag of de LPF bij voorbaat van een nieuwe coalitie moet worden uitgesloten. Anders dan zijn politiek leider De Graaf zei D66-senator Terlouw in de uitzending dat zijn partij dat niet moet doen. Uit ervaring weet hij hoe moeilijk het is over samenwerking te onderhandelen, terwijl „de handen gebonden zijn.”
Oud-CDA-fractieleider De Hoop Scheffer, die nog steeds lid van de Tweede Kamer is, wil eveneens de LPF niet bij voorbaat buitensluiten. Ook al vindt hij evenals Terlouw dat de kans op samenwerking uiterst klein is gezien de uiteenlopende opvattingen tussen zijn partij en de LPF.
Ook Bolkestein wil de LPF niet uitsluiten. Hij wees erop dat het Vlaams Blok in Antwerpen aan de winnende hand blijft, terwijl de andere politieke partijen samenwerking met deze partij afwijzen. Elders in Europa verliezen extreem rechtse partijen aan aanhang zodra ze regeringsverantwoordelijkheid gaan dragen.
Volgens Bolkestein kan overwogen worden dergelijke partijen „het bad in te trekken.” Ze moeten dan met concrete oplossingen komen en kunnen daarop afgerekend worden door de kiezers. Burgemeester Wallage van Groningen, PvdA-fractieleider tijdens het eerste paarse kabinet, noemt dat een „gevaarlijk experiment.”