Smienk wil dat hergebruik traplift normaal wordt
Hij begon in 2013 in een loodsje met twintig via Marktplaats opgekochte trapliften. Nu staat Erik Smienk (33) uit Nunspeet aan het roer van een bedrijf dat een vijfde deel van de particuliere markt in handen heeft. „De aanschaf van een gebruikte traplift moet net zo normaal worden als van een tweedehandsauto.”
De jonge Nunspeter was verkoper van onder meer nieuwe trapliften toen hij het plan opvatte om dit hulpmiddel te gaan hergebruiken. „Het gebeurde dat je enkele maanden na de installatie werd gebeld met de vraag of je het dure hulpmiddel niet kon terughalen omdat het niet meer nodig was. In andere gevallen was een traplift te duur. Een jaar of tien geleden kostte die vaak wel 10.000 euro. Toen ontstond de gedachte om trapliften te gaan hergebruiken. “
Dat bleek lang niet altijd haalbaar, omdat er bouwkundig nogal wat verschillen zijn. „Maar dat alles maatwerk is, zoals fabrikanten in tijd beweerden, is evenmin waar. Daarnaast kun je ook veel verbouwen en versleutelen. Via reclame op Google Ads werd ik al snel overspoeld met aanvragen. Die advertenties moest ik af en toe onzichtbaar maken, omdat ik niet aan de vraag kon voldoen.”
Smienk gebruikte aanvankelijk een loods van zijn vorige werkgever Prominent, op een industrieterrein in Nunspeet. „Na een half jaar kon ik een ander pand huren en nog weer later kreeg ik de beschikking over een deel van een pand naast Prominent. Dat heb ik nu helemaal in gebruik. Bovendien heb ik elders nog opslagruimte.”
Het beschikbare aantal trapliften is uitgegroeid tot circa 1500. Als het aan Smienk ligt, is dat nog te weinig. „Het mogen er best 3000 worden om aan de vele verschillende vragen tegemoet te komen. Nog te veel blijft er achter in woningen. Dan ziet men de waarde niet en gaat het naar de oud ijzerboer. Dat is om meerdere redenen jammer. Ik begon met de gedachte dat ik die mensen blij kon maken: koper, verkoper en mezelf. Maar later is het besef gegroeid dat je met hergebruik van de trapliften een wezenlijke bijdrage levert aan een circulaire, rondgaande, economie.”
De eerste traplift monteerde hij met de hulp van zijn zwager en zijn schoonvader. „Overdag aan- en verkopen, ’s avonds plaatsen”. Zijn eerste werknemer was een zus die de klantenadministratie, facturering en klantcontact voor haar rekening nam. In goed negen jaar tijd groeide het bedrijf als kool met onder meer een omvangrijke groep service– en storingsmonteurs. Inmiddels telt Smienk 55 vaste krachten en 15 tot 20 parttimers, samen 60 fte.
De prijzen van trapliften zijn in die tijd flink gedaald. „Maar nog altijd is een gemiddelde prijs van een gebruikte traplift ongeveer de helft van een nieuwe”, aldus Smienk. Hij spreekt van een „uiterst competitieve markt. Ik begon hier zo’n beetje als eerste mee en ben nog de enige die onafhankelijk van de fabrikanten levert. Die leveren inmiddels ook tweedehands trapliften. Ik word door de meeste concurrenten als een luis in de pels beschouwd.”
De ontwikkelingen staan niet stil. „Steeds meer wordt overgaan op modulaire trapliften, waardoor hergebruik een stuk eenvoudiger wordt. Maar het zal nog vele jaren duren voordat de traditionele modellen zijn verdwenen.”
Veel seinen staan op groen, want het aantal ouderen neemt tot het jaar 2034 alleen maar toe. „Daar staat tegenover dat de veranderingen in ouderenzorg veel mensen aan het denken heeft gezet. Ze zoeken naar mogelijkheden om bijvoorbeeld alles op de begane grond te hebben. Maar de krappe woningmarkt zit hen dwars. Veel ouderen willen bovendien niet graag verhuizen.”
Verreweg het grootste deel van de Smienks klanten komt uit Nederland. Een traplift gaat lang mee. „Als iemand een jaarlijks servicecontract afsluit, is onze garantie levenslang.” Smienk verwacht voor de komende jaren een gestage groei. „We mikken op 10 tot 15 procent per jaar. Niet meer zo heftig als in de beginjaren.”