Relschoppers zochten de confrontatie met de politie op in meerdere wijken van Belfast. Zowel in pro-Britse als in Iers-nationalistische buurten was het onrustig. Er werden onder meer bakstenen, dakpannen en molotovcocktails naar de politie gegooid. Ook werd een auto in brand gestoken en richting de politie geduwd en gingen een aantal vuilnisbakken in vlammen op.

De regering van de verdeelde regio maande eerder de Noord-Ieren tot kalmte. Naast oproepen van hun leiders waren in unionistische wijken ook pamfletten opgehangen met de oproep geen actie te gaan voeren, uit respect voor prins Philip. Ook zijn protestmarsen en bijeenkomsten afgelast.

Volgens de Noord-Ierse politie zijn tot dusver 88 agenten gewond geraakt bij de rellen. Commissaris Darren Fox zegt in een verklaring dat de ernst van de verwondingen vrijdagavond meeviel. Wel moest een agent naar het ziekenhuis nadat hij bewusteloos was geslagen.

„We herhalen onze boodschap dat dit schaamvolle en zinloze gedrag niets anders bereikt dan het ontwrichten van lokale gemeenschappen”, aldus Fox. „Mensen in deze gebieden, of waar dan ook, willen en verdienen niet de angst die veel van hen de afgelopen dagen hebben gevoeld.” De commissaris roept ouders, voogden, gemeenschapsleiders en „iedereen met invloed” op te helpen om het geweld te stoppen.

Zowel Ierse nationalisten als pro-Britse loyalisten zijn betrokken bij de ergste onrust van de afgelopen jaren in Noord-Ierland. Bij de loyalisten is er onvrede over de gevolgen van de brexit voor dit deel van het Verenigd Koninkrijk. Zij voelen zich meer dan ooit van Groot-Brittannië afgesneden door nieuwe controles tussen Noord-
Ierland en de rest van het land. Daarnaast is er onbegrip over het besluit van de autoriteiten om kopstukken van de nationalistische partij niet te vervolgen voor het schenden van coronaregels.