Horeca blij met beweging kabinet, „maar meer is mogelijk”
De horeca is blij met de beweging die het kabinet lijkt te maken door vanaf 21 april toe te staan dat de terrassen opengaan. Maar in het gesprek dat brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) donderdag heeft met ministers Bas van ’t Wout van Economische Zaken en Ferdinand Grapperhaus van Veiligheid en Justitie zal de branche ook benadrukken dat er wat haar betreft meer mogelijk is op een veilige manier.
Het kabinet overweegt per 21 april de terrassen te heropenen en de avondklok op te heffen. Deze beoogde versoepelingen van de coronamaatregelen worden nog wel voorgelegd aan het Outbreak Management Team (OMT), en zijn ook afhankelijk van hoe de besmettingscijfers zich de komende week verder ontwikkelen.
Volgens KHN-voorzitter Robèr Willems is ook een eerste fase van de heropening van de horecazaken zelf al mogelijk. Maar bovenal wil hij duidelijkheid hebben. Dat burgemeesters van de grote steden onlangs al hebben gepleit voor het openen van de terrassen kwam voor hem niet als een verrassing. Ook Willems ziet dat de situatie in bijvoorbeeld stadsparken niet meer te handhaven is.
Hij is blij dat ook het kabinet tot inkeer lijkt te komen. Maar dan is het wel zaak dat er ook wordt doorgepakt, vindt de voorzitter.
KHN blijft inzetten op snelle heropening van terrassen en andere horeca onder gelijke en vooral werkbare condities. Daar waar er beperkingen zijn, moeten ondernemers volgens KHN voor 100 procent worden gecompenseerd. KHN pleit ook voor het voortzetten van die steun ook na 30 juni als de meeste van de huidige maatregelen aflopen.
De horeca vraag het nieuwe kabinet ook om regelingen waarbij het vereffenen van coronaschulden via lange terugbetaaltermijnen mogelijk wordt. Waar nodig moeten schulden worden kwijtgescholden. Verder pleit de branche voor lagere werkgeverslasten en een herstartfonds. „Uiteraard willen we ook geen lastenverzwaringen”, aldus KHN