De verbreding van de Rijnbrug bij Rhenen loopt vertraging op. De provincies Utrecht en Gelderland maken pas op de plaats. Ze willen eerst duidelijkheid of de gevolgen van de stikstofuitstoot van de bredere brug wel goed zijn berekend.

Oplevering van het project, dat een einde moet maken aan de files op en bij de brug, in 2025 is onzeker geworden. Dat is een gevolg van een tussenuitspraak van de Raad van State over het berekenen van de stikstofuitstoot voor het doortrekken van de snelweg A15 bij Arnhem naar de A12 (ViA15).

Rekenmodel

De Raad van State vindt dat de minister van Infrastructuur beter moet uitleggen waarom een bepaald rekenmodel is gebruikt voor de stikstofuitstoot van wegverkeer. Dat model, dat ook wordt gehanteerd voor de bredere Rijnbrug, berekent de stikstofneerslag in de natuur tot op een afstand van vijf kilometer. Voor bijvoorbeeld de scheepvaart en de veehouderij wordt de stikstofbelasting tot op veel grotere afstanden meegerekend. Als de minister dat verschil niet goed genoeg kan verklaren, raakt een aantal grote wegenprojecten de al verleende natuurvergunningen kwijt. Het is nog niet bekend wanneer de minister meer uitleg gaat geven aan de Raad van State.

Bij verbreding van de Rijnbrug slaat er meer stikstof neer op nabijgelegen beschermde natuurgebieden, zo is uit onderzoek gebleken. De provincies bekijken of ze deze toename voor het Binnenveld (bij Veenendaal en Wageningen) en de uiterwaarden van de Nederrijn kunnen beperken en of de gebruikte en voorgeschreven rekenmethode wel de juiste is, gelet op de uitspraak over de ViA15.

Het verkrijgen van de benodigde natuurvergunning is mede afhankelijk van landelijk nieuw te vormen beleid, inclusief een nieuwe rekenmethode die leidt tot een geaccepteerde onderbouwing, aldus de provincies. „Het betekent in ieder geval dat we een aantal onderzoeken opnieuw moeten uitvoeren en mogelijk dat aanvullend onderzoek nodig is.”

Balen

„Het zou ongelooflijk balen zijn als de verbreding nog langer op zich laat wachten dan al was voorzien”, reageert wethouder Hans Boerkamp (verkeer) van Rhenen. „Het stikstofdossier komt niet als een verrassing, maar we hoopten op het spoediger wegnemen van de knelpunten. Hopelijk is deze zomer duidelijk hoe dit opgelost kan worden, zodat de nieuwe brug toch tijdig opgeleverd kan worden. 2025 is nog ver weg. Tot die tijd lopen we het risico dat het verkeer dwars door Rhenen weer vaststaat. Als de oplevering wordt uitgesteld, duurt dat nog weer langer. Hopelijk houden veel automobilisten vast aan wat ze in deze coronacrisis noodgedwongen hebben geleerd, dat regelmatig thuiswerken echt helpt.”

Ook Boerkamps collega Stefan van Someren van Neder-Betuwe betreurt de vertraging. „De Rijnbrug leidt al tientallen jaren tot fileproblemen. Gezien de ergernis, de economische schade en de verkeersveiligheid willen inwoners en ondernemers aan beide zijden van de brug dat ze zo snel mogelijk worden aangepakt. Iemand die zich in de middagspits in het centrum van Rhenen bevindt zal beamen dat het voor de leefbaarheid van deze plaats, maar ook voor het voorkómen van extra stikstofuitstoot als gevolg van de files, beter is dat dit knelpunt verdwijnt. Ook op de provinciale weg N233 tussen Rhenen en Ochten zijn er door de smalle brug files, en geregeld ook op de Betuwestraatweg bij Kesteren.”

Van Someren heeft er wel begrip voor dat de provincies wachten op duidelijkheid. „Iedereen weet dat de stikstofproblematiek in onze natuurgebieden ook opgelost moet worden en dat het in het belang van iedereen is dat we op basis van de juiste argumenten besluiten nemen.”

De provincie Utrecht heeft ook het proces voor de verbreding van de Rondweg-Oost bij Veenendaal om dezelfde reden voor onbepaalde tijd stopgezet.