Rechtbanken legden vorig jaar minder vaak tbs op
Rechtbanken legden vorig jaar 115 keer tbs (terbeschikkingstelling) op. Dat is minder dan in 2019 toen rechters in totaal 219 keer besloten om tbs op te leggen, meldt de Raad voor de rechtspraak dinsdag.
Vorig jaar kregen 79 veroordeelden tbs met dwangverpleging opgelegd, waarbij de veroordeelde naar een forensisch psychiatrisch centrum (beter bekend als tbs-kliniek) wordt gestuurd. in de overige 36 gevallen betrof het de lichtere variant tbs met voorwaarden.
Rechters kunnen een tbs-maatregel opleggen als iemand een misdrijf heeft gepleegd terwijl hij leed aan een ernstige stoornis of gebrekkige ontwikkeling. Om de samenleving te beschermen wordt iemand behandeld. De maatregel kan worden verlengd zolang er nog sprake is van de storing en het risico op herhaling. Vorig jaar beoordeelden rechters 1048 verzoeken tot verlenging van een tbs-maatregel. Verreweg het grootste deel daarvan werd toegewezen: in 923 gevallen (88 procent) werd de tbs verlengd.
In 2019 daalde het aantal tbs-maatregelen voor het eerst. „Er is geen onderzoek gedaan naar de reden voor deze aanzienlijke daling. Het is waarschijnlijk dat de lagere misdrijfcijfers en het lagere aantal strafzaken vanwege corona een rol spelen”, zegt strafrechter Anja van Holten. „Daarnaast zijn er in 2020 door corona minder psychiatrische en psychologische onderzoeken uitgevoerd waardoor strafzaken zijn uitgesteld.”