Euthanasiearts blijft schuldig aan moord
DEN HAAG - De Amsterdamse huisarts Van Oijen blijft schuldig aan moord. Dinsdag oordeelde de Hoge Raad dat het gerechtshof in Amsterdam de arts op 3 juni 2003 terecht veroordeelde, nadat hij in 1994 euthanasie had gepleegd op een 84-jarige ernstig zieke vrouw.
Tegen de beslissing van de Hoge Raad is geen hoger beroep meer mogelijk.Met de uitspraak is een eind gekomen aan een juridische strijd die jarenlang duurde. Cruciaal daarbij was de vraag in hoeverre de arts zich kon beroepen op overmacht.
Volgens de advocaten van Van Oijen bevond de arts zich in een noodtoestand, aangezien zijn patiënte zelf geen stervenswens kenbaar kon maken. Daarom kon er in alle redelijkheid niet worden verlangd dat Van Oijen pas na een stervenswens zou overgaan tot zijn daad en kon de zaak ook niet vallen onder de bestaande euthanasiewetgeving, aldus de raadslieden.
Ook de Hoge Raad kwam dinsdag echter tot de slotsom dat van ondraaglijk lijden geen sprake was. „Er waren niet zulke diepgaande omstandigheden dat de arts zich kon beroepen op noodweer”, aldus het arrest.
Van Oijen reageerde verbitterd op het vonnis. „Juristen gaan op de stoel van de arts zitten, dat is een ramp voor de beroepsgroep, en nog veel belangrijker, voor de patiënten”, liet hij weten vanuit zijn praktijk in Amsterdam.
De huisarts vocht eerdere veroordelingen aan tot bij het hoogste rechtscollege van Nederland, omdat hij vindt dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan moord, maar dat hij heeft gehandeld in een noodsituatie. „Met deze uitspraak wordt de actieruimte voor de arts verder ingeperkt. Een coma met zulke omstandigheden is kennelijk geen lijden, als je de juristen mag geloven.”
Justitie besloot de arts te vervolgen, omdat hij, naast te handelen zonder stervenswens, ook verzuimde een tweede arts te raadplegen. Ook zag hij ervan af de aanwezige dochters te informeren over de mogelijke alternatieven en gaf hij ten onrechte een verklaring af van een natuurlijke dood.
De artsenorganisatie KNMG en de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) zijn teleurgesteld na de uitspraak. Volgens de NVVE bewijst de zaak dat het strafrecht te statisch is voor een juridisch oordeel over complexe praktijkgevallen. De KNMG wil dat euthanasiegevallen als deze voortaan worden behandeld door regionale toetsingscommissies. Op die manier blijft artsen een jarenlange juridische strijd bespaard, aldus de artsenorganisatie.