EMA ziet geen bewijs voor link AstraZeneca-vaccin en bloedproppen
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) ziet nog altijd geen bewijs voor een verband tussen zeldzame bloedproblemen en het coronavaccin van AstraZeneca. Het veiligheidscomité van de Europese toezichthouder heeft woensdag gesproken over meldingen van bloedstollingen (trombose) en een tekort aan bloedplaatjes bij een heel klein deel van de mensen die de prik hebben gekregen. Tot nog toe zien de deskundigen geen oorzakelijk verband, maar ze houden het wel voor mogelijk. Het onderzoek gaat door.
Het veiligheidscomité ziet ook geen duidelijke risicofactoren, zoals leeftijd of geslacht. De Duitse regering denkt dat die er misschien wel zijn en heeft daarom uit voorzorg besloten het vaccin alleen nog te geven aan mensen van 60 jaar en ouder. Dat is een zaak van Duitsland zelf, aldus EMA-baas Emer Cooke in een toelichting. Ze ziet op dit moment geen aanleiding tot beperkt gebruik bij welke bevolkingsgroep dan ook.
Zeldzame meldingen over ernstige bloedproblemen, hebben vooral betrekking op vrouwen onder de 60 jaar. Het veiligheidscomité van EMA, dat alle meldingen uit heel de EU beoordeelt, ziet echter geen lijn die erop duidt dat vrouwen meer risico lopen. Hetzelfde geldt voor mensen met een voorgeschiedenis van trombose, zo luidt de voorlopige inschatting.
Er zijn 62 meldingen van genoemde bijwerkingen op 9,2 miljoen toegediende vaccins in de Europese Economische Ruimte. EMA blijft van mening dat de mogelijke bijwerkingen minder zwaar wegen dan de voordelen van het vaccin, dat in veel gevallen kan voorkomen dat mensen Covid-19 oplopen. Hoewel de effectiviteit van het AstraZeneca-vaccin met 60 procent niet zo hoog is als die van de drie andere vaccins die tot nog toe zijn goedgekeurd in de EU, blijkt uit Schots onderzoek dat onder mensen die het hebben gekregen nauwelijks nog ziekenhuisopnames voorkomen. Daarmee voorkomt het ook veel sterfgevallen.
Het veiligheidscomité zet het werk voort en verwacht eind volgende week, tussen 6 en 9 april, met nieuwe conclusies en aanbevelingen te komen. Voor de Nederlandse regering en gezondheidsinstanties zijn de bevindingen van het EMA leidend.