Medicijnautoriteit: oordeel EMA over vaccin AstraZeneca leidend
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) blijft in de besluitvorming over het vaccin van AstraZeneca de adviezen van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) volgen. Het Duitse besluit om het bewuste vaccin uit voorzorg niet meer te geven aan mensen onder de 60 jaar, verandert niets aan die lijn, maakt een woordvoerster van de Nederlandse medicijnautoriteit duidelijk.
Het veiligheidscomité van het EMA, waar het CBG zelf ook in is vertegenwoordigd, beoordeelt alle meldingen over mogelijke bijwerkingen van het middel en komt naar verwachting eind volgende week weer met conclusies en aanbevelingen. Die zijn leidend. „Alle meldingen worden besproken in Europees verband. Mocht er aanleiding voor zijn, dan nemen we maatregelen”, aldus de woordvoerster van het CBG. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) maakte dinsdagavond al duidelijk nu geen reden te zien om het Duitse besluit te volgen.
In zeldzame gevallen is in de dagen en weken na een prik met het AstraZeneca-vaccin melding gedaan van stolselvorming (trombose) in het bloed, soms in combinatie met een tekort aan bloedplaatjes. Deskundigen van het EMA konden nog niet met zekerheid vaststellen of de bloedproblemen door het vaccin komen, of toeval zijn. Ze constateerden dat de sterfgevallen en ziekenhuisopnames die het vaccin voorkomt, zwaarder wegen dan de mogelijke bijwerkingen, die zeer uitzonderlijk zijn.
In Duitsland heeft de regering op advies van de vaccinatiecommissie besloten geen mensen onder de 60 jaar meer te vaccineren met AstraZeneca. De Duitse medische autoriteiten hebben tot nog toe 31 meldingen gekregen over trombose in de hersenen. Onder die noemer vallen bijvoorbeeld herseninfarcten. In vrijwel alle gevallen ging het om vrouwen tussen de 20 en 63 jaar. Negen van de patiënten zijn overleden. Ook hier is niet onomstotelijk bewezen dat het vaccin de oorzaak was, maar de Duitse regering handelt uit voorzorg.
In Nederland worden momenteel zestigplussers, maar ook jongere mensen die in de zorg werken en mensen met bepaalde aandoeningen en beperkingen gevaccineerd met het bewuste vaccin. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) laat weten dat huisartsen regelmatig vragen krijgen over het middel. „De meesten kiezen er nadat ze zich door hun huisarts hebben laten informeren voor om de prik te nemen.”
Harde cijfers over mensen die vanwege zorgen afzien van het vaccin heeft de vereniging niet. „Als iemand die is uitgenodigd niet komt, geeft de huisarts het vaccin aan een andere patiënt.” Dat kan ook iemand zijn die eigenlijk niet binnen de doelgroep valt die aan de beurt is. Als het om de veiligheid van vaccins gaat, vertrouwt de LHV op het oordeel van de instanties.
Het veiligheidscomité van het EMA (PRAC) houdt van 6 tot 9 april besprekingen waarin de meldingen over AstraZeneca aan de orde komen.