Spanningen nemen niet af na bezoek paus aan Irak
Het bezoek van paus Franciscus aan Irak begin maart is terecht omschreven als historisch. Enkele weken later blijkt dat zijn reis de spanningen tussen sjiieten en soennieten niet heeft verminderd.
Twee jaar geleden ontmoette de paus Ahmed al-Tayyeb, de groot-imam van de soennitische al-Azhar in Egypte. Ze ondertekenden samen de ”Verklaring over menselijke broederschap” die zowel christenen als moslims opriep om religieuze diversiteit te omarmen. In de sjiitische wereld werd hier echter lauw op gereageerd. Ook in Irak, waar sjiitische moslims een meerderheid vormen.
In meer radicaal soennitische kringen werd het bezoek van de paus aan Irak gezien als een bevestiging van wat zij zien als een sjiitische-katholieke alliantie.
De paus bezocht in de Iraakse stad Najaf de sjiitische ayatollah Ali al-Sistani. Die vaardigde na dit bezoek een religieus edict (fatwa) uit dat in bepaalde soennitische kringen slecht is gevallen. Al-Sistani verklaarde dat „christenen net als alle andere Irakezen in veiligheid en vrede moeten kunnen leven met volledige constitutionele rechten.”
Het Middle East Research Institute verzamelde reacties hierop van een aantal salafistische geestelijken. Die waarschuwden dat het bezoek van de paus aan Irak tot doel had gehad om „het oude verbond tussen de kerk en de sjiieten te versterken.” De paus zou „de slechte behandeling van soennieten door de lakeien van Iran” hebben gezegend.
De Chaldeeuwse patriarch Louis Sako noemde het fatwa van al-Sistani een positief „keerpunt in de relaties tussen christenen en moslims.” Moslims blijken echter sterk verdeeld te zijn over de betekenis van het fatwa als het over de positie van christenen gaat.
Voor de protestantse kerken in Irak leverde het bezoek weinig op. Ze worden niet erkend door de staat. Zij kunnen bijvoorbeeld geen bankrekening openen. Deze kerken grepen daarom het bezoek aan om aandacht te vragen voor hun benarde situatie. Wijzigingen in hun positie bracht het pausbezoek echter niet.
Voor aanhangers van Islamitische Staat (IS) was het bezoek een klap. Toen IS in 2014 Mosul veroverde, verzekerde kalief Abu Bakr al-Bagdadi zijn volgelingen dat ze Rome zouden veroveren. De druiven waren dus zuur voor IS toen op 7 maart in zekere zin het tegenovergestelde gebeurde. De bisschop van Rome arriveerde in Mosul.