Paus bezoekt voormalig bolwerk IS
Paus Franciscus heeft zondag tijdens zijn bezoek aan Irak in de noordelijke stad Mosul, een voormalig bolwerk van Islamitische Staat, gebeden voor de slachtoffers van de jihadisten.
Het was zondag de derde dag van het bezoek van de 84-jarige kerkleider aan Irak, waar de christelijke gemeenschap is geslonken na jaren van oorlog en vervolging.
Tussen drommen christenen en de ruïnes van een kerk ging Franciscus in gebed. De christelijke gemeenschap daar verlangde al jaren naar zijn bezoek. „Hier in Mosul zijn de tragische gevolgen van oorlog en vijandelijkheden maar al te zichtbaar”, zei de paus. Hij noemde het „wreed” dat duizenden met geweld waren verdreven en gedood en dat culturele plaatsen in deze „bakermat van de beschaving” waren vernield.
De weg naar het kerkplein voerde Franciscus langs de puinhopen van de stad. IS-strijders hadden Mosul in 2014 veroverd. Tussen 2016 en 2017 heroverden Iraakse troepen de stad met steun van de internationale coalitie. De stad werd verwoest tijdens de hevige gevechten. Symbolisch hiervoor is het kerkplein, waar ooit vier christelijke kerken stonden. Omringd door het puin en de ruïnes van de gebedshuizen zei Franciscus: „Als God de God van het leven is –en dat is Hij– dan mogen wij in Zijn Naam geen broeders en zusters doden.” Mosul had al in de eerste eeuw een christelijke gemeenschap.
De paus vloog vervolgens per helikopter naar het nabijgelegen Qaraqosh, een christelijke enclave.