RIVM-directeur: het zijn de vaccins die het vaccineren vertragen
De levering van vaccins bepaalt hoe snel er in Nederland kan worden gevaccineerd, zegt Jaap van Delden, die voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) het vaccinatieprogramma tegen het coronavirus leidt. „Het zijn de vaccins die het vaccineren vertragen”, verdedigt hij de Nederlandse vaccinatie-aanpak woensdag in de Tweede Kamer.
Van Delden is vooral kritisch over AstraZeneca. Die levering is „zeer instabiel”, niet alleen in hoeveel het bedrijf levert, maar ook wanneer dat komt. De grafieken van die leveringen zijn volgens Van Delden „een chaos”. Vaccinaties met AstraZeneca moesten al meerdere keren worden uitgesteld en aangepast en Van Delden sluit niet uit dat dat vaker gebeurt. Daarom houdt Nederland voor de zekerheid een grotere voorraad van dat middel achter de hand dan bij concurrent Pfizer, dat stabieler levert. Moderna, fabrikant van het derde vaccin, levert nog niet veel doses.
De AstraZeneca-voorraad is nu groter dan het RIVM zou willen, omdat Nederland een grote levering had gekregen vlak voordat de vaccinatie met AstraZeneca werd stilgelegd. Tijdens die prikpauze kwam bovendien nog een levering binnen. In de komende periode zullen die vaccins worden ingezet en moet de voorraad kleiner worden.
Wanneer de leveringen wisselen, is het belangrijk om flexibel te zijn. „We zijn flexibel in het opvoeren van het tempo, wanneer daar extra vaccins voor beschikbaar zijn”, aldus Van Delden. Wel is het volgens hem lastiger om veel maatwerk te leveren, bijvoorbeeld wanneer bepaalde groepen ook graag voorrang willen bij het vaccineren.
De vaccinatiestrategie is er namelijk vooral op gericht zo snel mogelijk zoveel mogelijk mensen in te enten. „Dat verhoudt zich soms heel lastig tot de medische prioriteit van individuele gevallen.” Een bepaalde groep mensen versneld voorrang geven kan bovendien alleen door een andere groep langer te laten wachten, aldus Van Delden.