Erdogan onder vuur na Turkse opzegging vrouwenverdrag
De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben Turkije dit weekeinde opgeroepen het vrouwenrechtenverdrag dat president Erdogan heeft opgezegd in stand te houden.
„Geweld tegen vrouwen is ontoelaatbaar. Vrouwen verdienen bescherming door sterke wetgeving”, reageerde voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen zaterdag op Twitter.
Het Witte Huis noemt de Turkse terugtrekking „diep teleurstellend.” President Joe Biden spreekt in een verklaring van „een ontmoedigende stap terug voor de internationale beweging om geweld tegen vrouwen wereldwijd te beëindigen.” Hij wijst op de toename van huiselijk geweld in de wereld en naar berichten dat vrouwenmoord in Turkije vaker plaatsvindt. „Geweld tegen vrouwen doet ons allemaal pijn en we moeten allemaal meer doen om samenlevingen te creëren waarin vrouwen vrij kunnen leven.”
Ook EU-buitenlandchef Josep Borrell dringt er bij Turkije op aan de beslissing terug te draaien. Hij betreurt de opzegging ten diepste en zegt het besluit niet te bevatten. Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok sluit zich bij de oproep aan. Ook hij betreurt de terugtrekking en noemt het verdrag „een belangrijk instrument om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld aan te pakken.”
President Recep Tayyip Erdogan besloot vrijdag zonder debat in het Turkse parlement de zogeheten conventie van Istanbul op te zeggen. De doelen zijn het voorkomen van huiselijk geweld, betere bescherming van slachtoffers en het beëindigen van de straffeloosheid van daders.
De conservatieve regering van Turkije vindt dat het land vrouwenrechten beter op zijn eigen manier kan bevorderen. Turkije hoeft daarin niet „anderen te imiteren”, motiveerde vicepresident Fuat Oktay het besluit.
Ook in Turkije zelf is tegenstand. De centrumlinkse oppositie reageerde woedend en duizenden mensen gingen de straat op om hun ongenoegen te uiten.