Bewijs Saudische betrokkenheid bij ‘Khashoggi’ niet hard
De Amerikanen leverden onlangs ‘bewijs’ voor de betrokkenheid van de Saudische kroonprins bij de moord op dissident Khashoggi. Voor veel Arabische landen zijn die aanwijzingen niet hard genoeg.
Op 2 oktober 2018 had een drama plaats in het Saudische consulaat in het Turkse Istanbul. Op die dag betrad de Saudische dissident Jamal Khashoggi deze diplomatieke missie, om er nooit meer levend uit te komen.
De Turkse president Recep Tayip Erdogan, die in onmin leefde met de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman (MbS), zorgde ervoor dat de affaire-Khashoggi wekenlang de aandacht bleef trekken. Steeds opnieuw werden er audio- en videobeelden naar de pers gelekt.
De Saudiërs ontkenden aanvankelijk iedere betrokkenheid bij het voorval, maar de informatiestroom uit Turkije maakte dit uiteindelijk onmogelijk. De suggesties werden steeds sterker dat MbS direct bij de moord betrokken zou zijn geweest. Het probleem was echter dat bewijzen hiervoor nooit werden gevonden.
De Amerikaanse president Donald Trump besloot daarom de politieke relaties met het Saudische koninkrijk niet op het spel te zetten.
Afgelopen 25 februari werd deze affaire opnieuw onder de aandacht gebracht. Dit keer door publicatie van een rapport van het Amerikaanse ”Office of the Director of National Intelligence” (ODNI).
De timing was bijzonder, omdat er sinds eind 2018 geen wezenlijk nieuwe informatie beschikbaar was gekomen. Het rapport veroorzaakte wereldwijd grote opwinding omdat er –ten onrechte– werd geconcludeerd dat de betrokkenheid van de Saudische kroonprins bij de moord op Khashoggi nu was bewezen. In de VS nam de druk toe op president Joe Biden om de relaties met Saudi-Arabië te herzien.
De publicatie bevat echter uitsluitend indirecte bewijzen. Dat blijkt ook uit de formuleringen. Het ODNI is „van oordeel dat Mohammed bin Salman de operatie in Istanbul heeft goedgekeurd.” Dit oordeel „is gebaseerd op het feit dat MbS de besluitvorming in het Saudische koninkrijk controleert.” Het „lijkt daarom zeer onwaarschijnlijk dat Saudiërs deze operatie zouden hebben uitgevoerd zonder de autorisatie van de Saudische kroonprins.”
Direct na deze publicatie sloten Arabische staten de gelederen en verklaarden ze zich solidair met Saudi-Arabië. Zo bracht de Jordaanse vorst Abdullah afgelopen week een bezoek aan de Saudische kroonprins. Arabische leiders waren van oordeel dat de hele publicatie een politieke stunt was om het Saudische koninkrijk in een kwaad daglicht te stellen.
Men dient allereerst voorop te stellen dat niet kan worden uitgesloten dat de Saudische kroonprins inderdaad schuld treft. Cruciaal punt is echter dat hier geen bewijzen voor zijn. Er zijn geen arrestanten die hebben bekend dat ze hun opdracht om te doden direct van de kroonprins hadden ontvangen. Er zijn ook geen geheime e-mails of telefoongesprekken onderschept die op de schuld en betrokkenheid van MbS wijzen. De conclusie kan daarom slechts luiden dat de publicatie van het ODNI vooral giswerk is, zonder harde en onomstotelijke feitelijkheden.
De vraag is vooral wie er baat bij heeft om ruim twee jaar na de gruwelijke moord op Jamal Khashoggi deze onverkwikkelijke zaak opnieuw op te rakelen.