Jubileum Arjan Versluis: kwarteeuw de lofzang dienen vanaf de orgelbank
”Met overgave” is vertaald de titel van de cd die Arjan Versluis zaterdag presenteert. De titel typeert de gedrevenheid van de organist van de Grote Kerk in Gorinchem, die zijn zilveren jubileum viert. „De lofzang dienen is het mooiste.”
Hij noemt het „heel pittig”, deze coronatijd. „Het hele muzikale leven is schipperen. M’n leerlingen zie ik alleen via Skype; ik mis het persoonlijk contact enorm.” Ook in zijn werk als organist van de Grote Kerk in Gorinchem, waar Arjan Versluis (42) twee jaar geleden werd benoemd, is het behelpen. „Ik heb het één jaar mogen meemaken: hoe de gemeente zong, hoe de mensen reageerden op mijn improvisaties. De eerste ervaringen bezorgden me kippenvel. Die kick gaat nooit over.”
Momenteel werkt de gemeente met een zanggroep. „Ik ben heel blij dat we in ieder geval nog zingen. Je moet je als organist wel wat aanpassen. Maar bij een lofzang ga ik toch soms helemaal los. En bij het collectemoment na de preek krijg ik alle ruimte om met een improvisatie in te haken op de verkondiging. Soms word ik, ondanks de situatie, ter plekke meegenomen in de muziek: het mooie van de lofzang, de schoonheid van het orgel.”
Zijn jubileumconcert speelt Versluis zaterdag noodgedwongen voor een lege kerk. Via YouTube kunnen ‘bezoekers’ het concert meemaken. Ook presenteert de organist een nieuwe cd: ”Con Abbandono” (met overgave). Het is de eerste schijf die hij helemaal opnam op zijn Bätz/Witteorgel in Gorinchem.
Een kwarteeuw kerkorganist. Hoe begon het 25 jaar geleden?
„Dat was in de oud gereformeerde gemeente van Hardinxveld-Giessendam. Ik ben daar grootgebracht als mens, ging er naar de zondagsschool. Mijn benoeming was in 1996 een prachtige stap, die samenviel met mijn toelatingsexamen bij het conservatorium. Ik hield toen al erg van de psalmen. Door mijn studie werd die liefde voor het kerklied verdiept. Grappig: in die tijd vroeg ik me serieus af of het ethisch verantwoord is de psalmen ritmisch te zingen.”
In 2001 werd u organist in hervormd Sliedrecht.
„Bizar misschien: van oud gereformeerd naar confessioneel. Maar het werd een rijke tijd. Ik heb er belijdenis gedaan en er achttien jaar met plezier gewerkt. Er werd daar uit het Liedboek voor de kerken gezongen, een traditie waar ik ook in mijn studie kerkmuziek mee bezig was. Het viel mooi samen.”
En toen kwam Gorinchem, twee jaar geleden. Wat heeft dat u gebracht?
„Paradoxaal genoeg: veel en weinig. Weinig, want ik leef nog steeds in dezelfde vertrouwde bubbel met vrienden en een kleine tachtig leerlingen. En dat vind ik prima. Tegelijk veel, want als organist van een stadskerk sta je meer in de picture. En wat ontzettend mooi was: bij mijn aantreden ben ik officieel als organist ingezegend. Daarbij kreeg ik Psalm 95:1-2 mee. Het was voor het eerst dat ze dat in Gorinchem deden. Heel bijzonder. Het geeft aan hoe belangrijk de gemeente de kerkmuziek vindt. Het is voor mij ook het mooiste in mijn functie: de lofzang dienen.”
Op uw jubileum-cd speelt u louter romantische muziek, van Reger, Brahms, Franck en Mendelssohn. We kennen u vooral van barokmuziek en improvisaties.
„Een jaar geleden had ik zo’n cd niet opgenomen. Maar corona zorgt voor een soort honger: je moet jezelf prikkelen om bezig te blijven. De romantische werken van bijvoorbeeld Reger kende ik natuurlijk van mijn opleiding. Maar ineens ervoer ik afgelopen jaar de uitdaging en de drive om opnieuw met romantische muziek bezig te zijn. Mede geïnspireerd door het orgel in Gorinchem met z’n zwelkast; in Sliedrecht met het Naberorgel zou het niet gebeurd zijn. Een orgel stuurt je. Bovendien: als titularis vind ik het een opdracht zo’n instrument veelkleurig te promoten. Dan kun je niet alleen Buxtehude en Bach spelen. Misschien past deze muziek, bijvoorbeeld het ”Prière” van Franck, bij mijn gevoelige persoonlijkheid. Zo’n stuk is zo verheven, mystiek. Overigens komt er later dit jaar een tweede cd, met barokmuziek en improvisaties.”
Stel: u krijgt nog 25 jaar.
„Qua orgel heb ik weinig meer te wensen. En ook kerkelijk voel ik me hier helemaal thuis. Er zijn weinig Gereformeerde Bondsgemeenten waar zo veel aandacht is voor kerkmuziek. Mijn wens is om hier nog lang te blijven. Er is nog genoeg uitdaging.”