Balkenende kan leren van Bush
Het Nederlandse kabinet zit in de piepzak. Wat velen al langer vreesden, is gebeurd. Nu een radicale moslim niet alleen een bekende opiniemaker als een beest heeft afgeslacht, maar hij en zijn kornuiten ook zouden beschikken over dodenlijsten waar de namen van diverse prominente politici op prijken, komen groepen in de samenleving steeds meer tegenover elkaar te staan.
Tegelijkertijd haalt Balkenende om een andere reden misschien opgelucht adem. Niet uitdager Kerry, maar de zittende Amerikaanse president Bush behaalde een klinkende verkiezingsoverwinning. Die opluchting houdt niet alleen verband met het beleid van Bush, waar het kabinet-Balkenende zich de afgelopen tijd vrij nauw bij heeft aangesloten, maar ook met een wat meer speculatieve theorie.
Is het niet zo dat omwentelingen in de VS vaak ook hier in Nederland tot vergelijkbare omslagen leidden? Kort nadat Clinton de Republikeinen verdreef (1992), wipte de PvdA van Kok het CDA uit het zadel (1994). Toen de verkiezing van George W. Bush in Amerika een nieuw tijdperk inluidde (2000), duurde het niet lang meer of Balkenende maakte een einde aan de hegemonie van paars (2002).
Als het werkelijk zo is dat het politieke en maatschappelijke klimaat in West-Europa dat van de VS volgt, is het voor de min of meer conservatieve Balkenende een gunstig voorteken dat zijn kompaan Bush aan de overkant van de oceaan diens rivaal Kerry royaal heeft verslagen. Geredeneerd volgens die theorie heeft ”JP” nog even de tijd om zijn herstelprogramma uit te voeren.
De vraag is of het voor Balkenende mogelijk is ook meer serieuze lessen uit de Amerikaanse verkiezingen te trekken. In elk geval mag het opmerkelijk heten dat talloze analisten het met elkaar eens zijn dat de verkiezingen in de VS dit keer niet zijn beslist door standpunten over de economie, ook niet door tegenstellingen over sociale gerechtigheid, veel minder nog door het al dan niet geslaagde beleid van Bush ten aanzien van Irak, en zelfs niet door het thema van het dreigende terrorisme. Uiteindelijk, zo hebben exit polls overduidelijk aangetoond, waren het de zogeheten morele thema’s als abortus, homohuwelijk, stamcelonderzoek en de plaats van het gezin in de samenleving die de verkiezingen hebben bepaald en Bush de overwinning hebben opgeleverd.
Nu is het te gemakkelijk om Balkenende te adviseren dezelfde scherpe keuzes te maken als Bush en zich, bijvoorbeeld, even scherp tegen homohuwelijk en abortus te verzetten, waardoor hem een volgende verkiezingsoverwinning als een rijpe appel in de schoot zal vallen. Nederland is de VS niet. Het geestelijk klimaat van beide landen verschilt hemelsbreed. Waar de meeste Amerikanen hun eigen land royaal een christelijke natie noemen, is er in Nederland een hoofdstroom van denken die het christendom eerder als bekrompen dan als waardevol typeert.
Daarom is het ook maar de vraag of je met recht kunt beweren dat Amerika in alles -economie, cultuur, mode, techniek- een jaar of vijf op West-Europa voorloopt, zodat alle ontwikkelingen die zich daar aftekenen eerdaags ook in Nederland worden gezien.
Toch zou Balkenende in een wat meer algemene zin wel degelijk van Bush kunnen leren. Blijkbaar heeft Bush door sterk in te zetten op het gezin en aanverwante thema’s, aansluiting gevonden bij wezenlijke drijfveren van het kiezersvolk, terwijl Kerry faalde een dergelijke verbinding tot stand te brengen. Iets dergelijks zou het CDA van Balkenende ook moeten kunnen presteren. Want hoe progressieve geesten er ook tegen te hoop lopen, het gezin blijft een belangrijke hoeksteen van de samenleving. Het gros van de Nederlanders woont nog altijd in een samenlevingsvorm van man, vrouw en enkele kinderen; het merendeel van de jongeren heeft nog altijd het huisje-boompje-beestje-ideaal.
Politici hebben de neiging veel aandacht te besteden aan het overdragen van ideeën door middel van het gesproken woord. Dat is niet verkeerd; daar moeten zij het ook voor een belangrijk deel van hebben. Maar als het waar is dat het belangrijkste aspect van politieke ideeën de onderliggende emoties zijn, dan is het de kunst of de kunde om op die emoties van de kiezer in te haken. En wat raakt een mens meer in zijn gevoel dan zijn gezin? De politicus die burgers het gevoel geeft dat hij werkelijk is gericht op de bescherming van het gezin, kan daarmee een groot deel van het electoraat binnenhalen.
Het CDA heeft het, wat betreft de associaties die mensen bij die partij hebben, zeker in zich om de grootste gezinspartij van Nederland te worden. De partij heeft op dit terrein ook initiatieven ontplooid. Maar het kan nog heel wat beter. Wat Balkenende van Bush kan leren is het thema gezin meer uit te buiten, niet alleen door het te noemen, maar ook door concreet te maken welke maatregelen hij ter bevordering van het gezin neemt. En door zijn debat over waarden en normen nog sterker aan het gezin, dé plaats bij uitstek waar waarden worden aangeleerd, te koppelen. Daar is haast bij, want voor hij weet kaapt een nieuwe, conservatieve partij het thema bij hem weg. Een partij die zeer bereid is om dingen van Bush te leren.