Weer 15 jaar geëist voor moord op wandelvrouwtje
Tegen de verdachte van de moord op en de verkrachting van de 79-jarige J. van Offeren-Bik uit Emmen is vrijdag in hoger beroep 15 jaar cel geëist. De rechtbank in Assen veroordeelde de 30-jarige E. W. eerder tot tien jaar gevangenisstraf en TBS. De man ging hiertegen zonder medeweten van zijn advocaat in hoger beroep omdat hij vindt dat de moord niet met voorbedachten rade is gedaan.
Van Offeren stond ook wel bekend als het wandelvrouwtje, omdat zij graag wandelde in het buitengebied van Emmen. Zij bezocht op zondag de kerkdiensten in de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in Emmen.
Op 20 februari 2003 werd het verminkte lichaam van de vrouw gevonden, vastgebonden aan een boom in het bosgebied Emmerdennen.
W. zei tijdens de zitting dat hij niet meer precies weet wat er allemaal is gebeurd op de bewuste datum. Hij kwam met geheel nieuwe verklaringen over de route die hij heeft gereden voordat hij Van Offeren in de kofferbak van zijn auto duwde. Ook vertelde de verdachte een ander verhaal over de plastic zak die over het hoofd van het slachtoffer zat.
Deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) concludeerden dat de man tijdens zijn daad verminderd toerekeningsvatbaar was. W. lijdt aan diverse persoonlijkheidsstoornissen, waardoor hij zijn problemen opkropte. Volgens het PBC was de moord onder andere een uitbarsting van de problemen.
Geheel nieuw was de verklaring van W. dat hij van zijn 8e tot zijn 11e levensjaar seksueel is misbruikt. De verdachte heeft hier tijdens de rechtszaak in Assen en de opname in het PBC nooit over gesproken.
Tijdens de zitting las de voorzitter van het gerechtshof, mr. P. Koolschijn, gedeelten voor uit een slachtofferverklaring. Het gerechtshof loopt hiermee vooruit op het spreekrecht dat slachtoffers en nabestaanden per 1 januari 2005 krijgen. De drie dochters van het slachtoffer zeggen voortdurend in angst te leven en de gruwelijke gebeurtenis nooit te kunnen verwerken. Na de verklaring barstte W. in snikken uit.
Volgens advocaat-generaal mr. K. R. van der Velde van het openbaar ministerie is tijdens de zitting alleen maar duidelijker geworden dat de verdachte de moord met voorbedachten rade heeft gepleegd. „Na de derde verkrachting is W. naar de auto gelopen om een schop te halen. Tijdens die minutenlange wandeling kon hij voldoende nadenken over de moord die hij ging plegen.” De advocaat-generaal eiste, net zoals eerder in de rechtszaak, een gevangenisstraf van 15 jaar en TBS.
De advocaat van W. bepleitte een celstraf van 5 jaar. Uitspraak 19 november.