Paulus was behalve apostel ook profeet. Door middel van hem heeft de Heere diverse ”verborgenheden” geopenbaard en die heeft hij toen doorgegeven. Dingen die nog helemaal niet of slechts ten dele bekend waren, zijn toen ook tot Gods openbaring gaan behoren. Een van deze verborgenheden vinden we in Paulus’ brief aan de Romeinen (11:25-27): gans Israël zal zalig worden. Niet alleen een klein deel, een overblijfsel, maar héél Israël.

Waarom zal dat zo zijn? Omdat de roeping en de verkiezing van Israël onberouwelijk zijn. God heeft Israël liefgehad en die liefde blijft. Israël heeft wel veel gezondigd en daarmee het verbond gebroken, maar God heeft in die breuk nooit bewilligd. Hij is altijd trouw gebleven en dat zal Hij blijven.

Toen Paulus dat zag, werden hem ook diverse woorden van de profeten duidelijk. In Romeinen 11:27 citeert hij er een paar. Inderdaad, er zijn nog heel wat beloften die op een geestelijk herstel van Israël betrekking hebben en die nog nooit vervuld zijn. Zij zullen echter toch vervuld worden.

Wonderlijk

Wel zijn er oordelen over Israël gekomen. Bij die oordelen hoort ook de verblinding. Paulus spreekt van een geest van diepe slaap, waardoor ze verhinderd werden in Jezus de beloofde Messias te herkennen. Er ligt een deksel op hun hart. Daarmee hangt samen dat de Joden zich vaak heftig verzet hebben tegen de verkondiging van het Evangelie van Christus. Paulus heeft heel wat keren dat verzet gezien en zelfs aan den lijve ondervonden.

Heel pijnlijk was dat voor de apostel. Die tegenstand herinnerde hem er ook telkens weer aan dat hij in datzelfde verzet had geleefd en gewerkt toen hij hen die Jezus beleden, vervolgde. Het was hem dan ook steeds weer een groot verdriet, als hij de verharding bij zijn broeders naar het vlees zag. Het heeft hem er ook toe gebracht voor hen te bidden dat de Heere ook hun ogen zou openen, zoals zijn ogen geopend waren.

In antwoord op dat gebed heeft de Heere hem toen laten zien dat die verblinding en dat verzet niet altijd zouden blijven. De bedekking wordt een keer weggenomen en dan zal met de Joden hetzelfde gebeuren als wat met Paulus zelf gebeurde, toen Jezus tegen hem zei: Ik ben Jezus de Nazarener.

Hoe dat zal gaan? Op welke manier zal de Heere hun ogen openen en wanneer zal dat gebeuren? Laten we daar niet over speculeren. Gods handelen met Israël is altijd wonderlijk geweest. De dingen gingen vrijwel altijd anders dan mensen hadden voorzien. In de toekomst zal dat ongetwijfeld ook zo zijn. We moeten er maar genoeg aan hebben dat we weten dát het gebeuren zal.

Vervangingstheorie

Ondanks deze openbaring hebben christenen vaak gedacht dat God Zijn handen van Israël heeft afgetrokken en dat Hij er geen bemoeienissen meer mee heeft. Wij, de christenen, hebben de plaats van Israël ingenomen en voor Israël is er geen geestelijke toekomst meer. De vervangingstheorie. Deze theorie heeft veel schade aangericht en heeft steun gegeven aan het antisemitisme. Geheel ten onrechte echter. Het is daarom een zegen dat velen intussen tot de ontdekking gekomen zijn dat God nog niet klaar is met Israël.

Heilige opdracht

Die ontdekking brengt ook een verplichting mee. Voor Israël bidden is nu een heilige opdracht voor hen die in de Heere Jezus hun Zaligmaker hebben leren kennen. Laten ze aan Paulus een voorbeeld nemen. We hebben de openbaring van Gods heil via Israël ontvangen. Laat het dan nu zo zijn dat Israël op ons gebed mag komen tot het ware kennen van Jezus.

Als dat gaat gebeuren, gaat ten slotte ook nog een andere belofte in vervulling, namelijk deze belofte: „Dit volk heb Ik Mij geformeerd; zij zullen Mijn lof vertellen” (Jesaja 43:21). Met dat volk bedoelt de Heere Israël. Als hun ogen opengaan, zullen zij de evangelisten van de wereld zijn. En zo zal er ook nog een gezegende heilstijd voor de wereld aanbreken.

De auteur is emeritus predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dit artikel is een samenvatting van zijn lezing over ”Messiasbelijdende Joden in de toekomst” tijdens de op 5 maart gehouden online-Israëlavond van de Hersteld Hervormde Kerk.