„Alles wat je nu bouwt, daar zitten we in 2050 nog steeds mee op het spoor”, legt de woordvoerder uit. En de verwachting voor de toekomst is dat er meer hittedagen zullen komen, heviger hoosbuien, meer blikseminslagen, en dat heeft ook gevolgen voor het spoor, geeft hij aan. Daarom kijkt ProRail nu naar waar bijvoorbeeld veel wateroverlast of de meeste blikseminslagen valt te verwachten of waar het spoor het meest kwetsbaar is voor hitte.

Daarbij is de verwachting dat er na de coronacrisis een forse reizigersgroei aankomt, aldus de woordvoerder. Zo is de verwachting dat er tussen 2030 en 2035 zo’n 30 procent meer treinreizigers zullen zijn. En ook voor het goederenvervoer over het spoor wordt een groei voorzien.

De spoorbeheerder hoopt de zwakke plekken in het najaar in kaart te hebben gebracht. Wat het klimaatbestendig maken van het spoor gaat kosten, is nog onduidelijk. „Maar de ambitie is wel de kosten de komende twintig jaar te spreiden, en oplossingen mee te nemen in lopende en komende projecten om zo de kosten te drukken. Iets meenemen in een lopend project is immers goedkoper dan het later nog eens openbreken”, aldus de woordvoerder.

Haast is geboden, geeft de woordvoerder aan. „Als je wil dat iedereen goed op reis kan, ook in die tijd, moet je ervoor zorgen dat je zo min mogelijk storingen hebt, en storingen door weer zoveel mogelijk voorkomen. Als je kijkt naar de voorspellingen moeten we er snel mee beginnen, anders is het echt te laat.”