Onrust rond verkoop Breepleinkerk Rotterdam
De partij Leefbaar Rotterdam heeft vragen gesteld over de verkoop van de Breepleinkerk in de Maasstad. Daarmee komt er nog meer druk te staan op de transactie. Eerder startten twee stichtingen, Schuilplaats Orgelzolders Rotterdam en Vrienden van de Breepleinkerk, een procedure bij de rechtbank om de verkoop terug te draaien.
De Breepleinkerk in Rotterdam-Zuid is de laatste jaren bekend geworden door de Joodse onderduikers die hier in de oorlog jarenlang op de orgelzolders verbleven. Burgemeester Aboutaleb noemde de kerk, met een knipoog naar Anne Frank, „het Rotterdamse Achterhuis.” In 2013 onthulde hij een plaquette naast de voordeur van de kerk met de tekst: ”In deze kerk werden van 1942 tot 1945 aan weerszijden van het orgel drie Joodse gezinnen verborgen. Zij hebben de oorlog overleefd dankzij de moed van mensen binnen en buiten de kerk.”
Drie jaar later werd de stichting Schuilplaats Orgelzolders opgericht. Zij wil de orgelzolders in stand houden als herinnering aan het verblijf van de onderduikers en heeft, met medewerking van de gemeente Rotterdam, honderden scholieren begeleid tijdens een excursie op de zolders.
Het kerkgebouw was tot 1 januari in handen van de protestantse gemeente Rotterdam-Zuid (PGRZ), die er sinds 2013 geen diensten meer hield. Ze verhuurde de kerk aan de Levend Woordgemeente en aan de genoemde stichtingen. De stichtingen en een aantal gemeenteleden waren het niet eens met de manier waarop de verkoop had plaatsgevonden.
Eric Matser, voorzitter van Orgelzolders, zegt dat het niet is gegaan zoals afgesproken en dat de talloze verzoeken van de stichtingen om met de kerkenraad in gesprek te gaan stelselmatig zijn afgewezen. „De voorzitter van de kerkenraad heeft gehandeld in strijd met het kerkrecht.”
Waarom bent u het niet eens met de verkoop?
Matser: „Het is belangrijk dat de orgelzolders behouden blijven voor het nageslacht, opdat we niet vergeten. We zijn er niet van overtuigd dat de Levend Woordgemeente dat ook wil. We vrezen dat die gemeente de orgelzolders voor haar eigen belang gaat gebruiken. De afspraak met de PGRZ was dat er eerst een huur- of gebruiksovereenkomst met beide stichtingen zou komen voordat de kerk verkocht zou worden. Dat is niet gebeurd en wij moesten als stichtingen op kerstavond via een Facebookbericht van de Levend Woordgemeente vernemen dat de kerk per 1 januari aan haar verkocht zou zijn. Juist in de kerk verwachten wij dat een ja een ja is en een nee een nee.”
Wat hebt u toen gedaan?
Matser: „We hebben bezwaar aangetekend bij de burgerlijke en de kerkelijke rechter. Ook hebben we beslag laten leggen op het gebouw. De rechter heeft ons wat betreft die beslaglegging in het gelijk gesteld door het gevraagde conservatoir beslag toe te kennen. Het wachten is op de rechterlijke uitspraken, waarschijnlijk in maart.”
David van Wessel, bestuurslid van de Levend Woordgemeente, deelt mee dat zijn gemeente een multiculturele evangelische gemeente is, die is aangesloten bij de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE). Voor de coronacrisis waren er ’s zondagsmorgens 300 kerkgangers.
Waarom heeft de gemeente het hele gebouw gekocht?
Van Wessel: „De gemeente huurt de kerk al jaren. In het verleden is afgesproken dat wij het recht van eerste koop zouden krijgen. Wij hebben niet alleen het voorste gedeelte van de kerk nodig maar ook het achterste voor onze activiteiten.”
Is er wel met Orgelzolders gesproken?
Van Wessel: „Zeker. Wij zijn ook overtuigd van het belang van het bezoek van jongeren aan deze historische locatie. Het verhaal moet verteld blijven worden. We hebben graag dat de rondleidingen doorgaan en willen de orgelzolders absoluut niet dichttimmeren. Stichting Orgelzolders wil echter niet meer praten.”
Is er een oplossing mogelijk?
Van Wessel: „Die is er zeker. De stichtingen kunnen de kerk huren. Daarvoor is natuurlijk wel afstemming nodig. Zo kunnen ze de kerk bijvoorbeeld niet op zondag gebruiken omdat er dan dienst is.”
Arend Clements, voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de PGRZ, was namens de kerkenraad bij de verkoop betrokken. Hij deelt mee dat de algemene kerkenraad en de wijkgemeente Breeplein-Vredeskerk achter het besluit tot verkoop staan.
Waarom is de kerk verkocht aan deze gemeente?
Clements: „De Levend Woordgemeente huurt de kerk al twintig jaar. Mijn voorganger zei bij de overdracht dat deze gemeente het recht van eerste koop zou hebben. Het is niet christelijk om dat dan te vergeten.”
Waarom lukte het niet beide stichtingen bij de verkoop te betrekken?
Clements: „Het verkopen van het gehele kerkcomplex met woningen was geen optie, de Levend Woordgemeente zou altijd de kerkzaal en de ruimten kopen. Er is twee jaar lang gesproken met de stichtingen, de gemeente Rotterdam en ook met Stadsherstel of het mogelijk is om de naastgelegen woningen te kopen, zodat een apart bezoekerscentrum gerealiseerd kon worden. Dit is vanwege verschillende redenen (financieel, bestuurskracht, bouwkundig) niet gelukt.”
Tegen wie zijn de rechtszaken gericht?
Clements: „De kerkelijke procedure (classicale commissie) is tegen de PGRZ gericht. De PGRZ en de Levend Woordgemeente zijn beide gedaagd voor de wereldlijke rechter.”
Op 22 februari heeft Leefbaar Rotterdam vragen gesteld aan het college van B&W over deze kwestie. Daarin vraagt de partij naar de mogelijkheden voor de gemeente Rotterdam om het voortbestaan van de orgelzolders te garanderen. Verder wil ze weten of de burgerlijke gemeente in gesprek wil gaan met de kerkelijke gemeente over het openhouden van de zolders en de mogelijkheid voor rondleidingen.