OM eist in hoger beroep 13 jaar cel voor doden rapper Bolle
Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag in hoger beroep dertien jaar cel geëist tegen de 22-jarige Ogilvan J. voor het doodschieten van Gondilio Lowland (19) die bekendheid genoot als rapper Bolle. J. heeft onlangs bekend maar volgens het OM is dat een allesbehalve volledige bekentenis geweest. Ook twijfelt het OM aan de oprechtheid waarmee J. spijt heeft betuigd.
Lowland werd op 10 oktober 2018 met één kogel gedood in de buurt van zijn huis in de wijk Venserpolder in Amsterdam-Zuidoost. J. kwam al snel als verdachte in beeld. Hij was een bekende van het slachtoffer. Na zijn arrestatie en tijdens het strafproces bij de rechtbank heeft J. ontkend. De rechtbank vond dat er genoeg bewijs was voor een veroordeling en legde hem twaalf jaar cel op.
J. tekende hoger beroep aan tegen dat vonnis. In aanloop naar de zitting bij het hof heeft hij de politie de bekennende verklaring afgelegd. Toch heeft hij zijn hoger beroep doorgezet, naar eigen zeggen om bij het hof „verantwoording af te leggen”, zei hij. Daarnaast hoopt hij op een mildere straf. Het OM meent dat hij de verantwoording ook had kunnen afleggen in een brief aan de nabestaanden van Lowland, om hen op die manier de last van een gang naar het hof te besparen. De moeder van Lowland zei in een emotionele slachtofferverklaring dat zij de bekentenis van J. niet gelooft en dat deze „niks betekent”.
In de bekentenis zegt J. dat hij op de bewuste dag een confrontatie had met de rapper. Tussen het tweetal was spanning ontstaan over de vriendin van Lowland, met wie J. geflirt zou hebben. Bij de confrontatie heeft Lowland J. geslagen, zegt de verdachte waarna hij het doorgeladen wapen trok en schoot. „Ik had niet de bedoeling om hem te doden”, zei J. Volgens de verdachte is het conflict ontstaan door „stoken” van die vriendin.
Het OM meent dat er tal van verklaringen van getuigen zijn die reden geven aan de lezing van J. te twijfelen. Zo zou er eerder die dag al ruzie zijn geweest en is J. het wapen doelbewust gaan halen. Ook is gezegd dat er al langer plannen bestonden om Lowland te doden. Voor een vooropgezet plan en dus moord vond de advocaat-generaal het bewijs niettemin te mager. De eis is voor doodslag.
J.’s advocaat betoogde dat de bekentenis en spijtbetuiging wel degelijk oprecht zijn. Hij vroeg het hof om een lagere straf dan door de rechtbank opgelegd.
Het hof doet uitspraak op 12 maart.