Recensie: Pieter van Dijk speelt Kirnberger-Sammlung
Wat zijn in Nederland de ideale orgels voor het oeuvre van Bach? De namen van bijvoorbeeld Frans Caspar Schnitger en Hinsz zijn verbonden aan orgels die belangrijke ‘Bacheigenschappen’ hebben. Het plenum tintelt, de fluiten zijn poëtisch van karakter. En misschien wel het belangrijkste: de bescheiden tongwerken laten zich op allerlei manieren combineren.
Deze eigenschappen worden ten volle benut door Pieter van Dijk in het inmiddels zesde deel van zijn Bachintegrale. De Hinszorgels van Bolsward en Harlingen zijn begrippen voor de orgelliefhebber en beide orgels zijn fraai vastgelegd. Bij het spel van Van Dijk heb ik altijd het gevoel dat je kunt horen dat hij organist is van het grote, ‘deftige’ stadsorgel in Alkmaar: weloverwogen en nooit gehaast komt het soms complexe lijnenspel van Bachs muziek tot ons. Uitgewogen registraties en een vanzelfsprekende aanpak met veel aandacht voor details maken deze Bachproductie tot een aanrader.
Een enkele keer mis ik het avontuur een beetje, alhoewel: de overbekende Toccata in d wordt hier begonnen met versieringen ‘alla Française’: dat was toch even een verrassing. Ook gaat Van Dijk creatief met de notentekst om als het orgel erom vraagt. Zo is de a-moll BWV 543 nog echt een jeugdwerk met veel Noord-Duits pedaalgeweld. Omdat een pedaalkoppel bij deze orgels dan noodzakelijk is, speelt Van Dijk delen van de pedaalpartij een octaaf lager, zodat het geheel verstaanbaar blijft. Dat denken vanuit klank is wat deze productie tot een groot genoegen maakt.
Bach – Complete Organ Works 6 – Kirnberger-Sammlung – Pieter van Dijk; DMP-records (DVH 140356); 2-cd; € 25,-; bestellen: dmp-records.com