Politiek

ChristenUnie hield profiel, maar blijft dat zo?

De ChristenUnie trapte de afgelopen jaren op de rem bij een aantal gevoelige politieke thema’s. Maar heeft de partij „voldoende ruggengraat” om staande te blijven bij de roep om modernisering?

20 February 2021 17:05
ChristenUnie-lijstrekker Gert-Jan Segers.  beeld ANP, Bart Maat
ChristenUnie-lijstrekker Gert-Jan Segers.  beeld ANP, Bart Maat

Het optreden van de ChristenUnie had in de afgelopen jaren twee kanten. Dat ziet Patrick Overeem, universitair docent politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

„Het was een wijs besluit van de ChristenUnie om Gert-Jan Segers niet als minister op te nemen in het kabinet. Zodoende kon hij onversneden het ChristenUnie-geluid naar voren brengen. En dat deed hij met verve.”

16810805.JPG
Patrick Overeem. beeld RD
De Amsterdamse docent: „Volgens mij was het de D66’er Pechtold die Segers aan het begin van deze kabinetsperiode adviseerde: „Don’t show your pain”: laat je pijn niet zien. Dat advies volgde de ChristenUnie niet op. Als de fractie compromissen moest sluiten, bleef de pijn vaak wel zichtbaar. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het kinderpardon. De ChristenUnie wilde dat graag regelen bij de formatie, maar dat lukte niet. Joël Voordewind stemde wel voor het regeerakkoord, maar vond dat onderdeel heel lastig. En liet dat ook merken.”

Rond de Moria-deal over het opnemen van honderd vluchtelingenkinderen gebeurde iets vergelijkbaars. „De ChristenUnie was niet gelukkig met de gemaakte afspraken en maakte dat ook goed duidelijk”, zo constateert de Amsterdamse docent die onder meer onderzoek doet naar de ethiek van het compromis.

Hans Vollaard, universitair docent Nederlandse en Europese politiek aan Universiteit Utrecht, voegt eraan toe: „Sterk vond ik ook dat de partij moeite had met de afschaffing van de dividendbelasting en dat „een meloen” noemde die „doorgeslikt” moest worden.”

Vollaard, die de ChristenUnie in 2017 adviseerde om geen deel te nemen aan de regering, denkt dat de partij heeft geleerd van de vorige keer dat ze meeregeerde, in het kabinet-Balkenende IV (2007-2010): „Toen was de ChristenUnie flets en onzichtbaar. Dat kwam mede omdat de toenmalige politiek leider van de ChristenUnie, Rouvoet, zelf in het kabinet zat als minister en vicepremier. Hij was daardoor meer een vertegenwoordiger van de regering en minder van zijn partij.”

Spijkerbed

Overeem vindt dat Segers in de huidige verkiezingscampagne erg ver gaat met het uitventen van de pijn van het compromis. „De CU-voorman zegt nu dat de partij „niet aan het pluche hecht” en dat regeren „een spijkerbed” is. Dat klinkt bijna ongeloofwaardig.”

De mensen van de ChristenUnie drukten op een groot aantal beleidsterreinen een stempel op het beleid. Vollaard: „Ze hebben een rem kunnen zetten op een aantal ontwikkelingen. Vooral bij de medische ethiek. Als de ChristenUnie er niet bij was geweest, waren ontwikkelingen ongetwijfeld sneller gegaan. Op het gebied van de bescherming van de vrijheid van onderwijs waren ze een weerhoudende factor. De partij heeft gescoord met het klimaat- en milieubeleid. Een groot deel van de achterban waardeert dit.”

Overeem: „De partij drukte een stempel op de praktische aanpak van een aantal slepende kwesties. Ze heeft op haar website een lijst van meer dan 170 punten staan die ze op haar conto schrijft.”

Vollaard: „In de vorige regeerperiode wilde de ChristenUnie kennelijk laten zien dat ze regeringsverantwoordelijkheid kon dragen. Nu wil ze tonen wat ze bereikt heeft.”

Op drie punten kan het volgens Overeem, die de christelijke politiek vanuit persoonlijke interesse intensief volgt, nog beter. Zijn eerste punt betreft de bereidheid om te buigen voor druk vanuit de coalitie. „De ChristenUnie was altijd het staatsrechtelijk geweten van de Tweede Kamer. Dat was ook al voor 2000 onder oud-GPV-leider Schutte het geval. Ik constateer dat de ChristenUnie bij grote uitglijders van bewindslieden, toch met de coalitie meestemde. Neem minister Grapperhaus (CDA) die tijdens zijn bruiloft de coronaregels die hij kort daarvoor zelf uitvaardigde, niet in acht nam. Of denk aan minister Bijleveld (CDA) die de Kamer verkeerd voorlichtte over de F16-aanval op het Iraakse dorp Hawija. Als de ChristenUnie niet in de regering had gezeten, dan had de fractie ongetwijfeld gezegd dat zulke fouten de geloofwaardigheid van de overheid aantasten en hadden de CU-Kamerleden een motie van afkeuring waarschijnlijk gesteund.”

Links

Het tweede punt betreft de linksige uitstraling en de hoge verwachtingen van de overheid. Overeem: „Tegen dat verwijt hebben ze geen goed verweer. Ze komen soms ook activistisch over door voor diverse onderwerpen wéér extra uitgaven te regelen. De partij verwacht kennelijk toch veel van de overheid. Segers zegt dan: „We zijn niet links, maar sociaal.” Maar hij legt het verschil tussen die twee niet goed uit.”

Tot slot vraagt Overeem zich af „of de ChristenUnie voldoende geestelijk gewicht en rem in zich heeft om niet steeds liberaler in de zin van ruimdenkender te worden. Dat weegt voor mij het zwaarst. Je zag dat bijvoorbeeld bij de identiteitsverklaringen van reformatorische scholen waarin homoseksualiteit wordt afgewezen. Er kwam toen een verklaring van Segers met als titel: ”De vrijheid om jezelf te zijn.” Dan is het verschil met liberale en seculiere partijen niet groot meer.”

16810804.JPG
Hans Vollaard, beeld Sjaak Verboom

Klappen
Deze discussie over identiteitsverklaringen raakte de ChristenUnie slechts zijdelings. Maar als de partij zelf in de vuurlinie komt te liggen, kan ze dan staande blijven tegen de seculiere meerderheid, zo vraagt de universitair docent zich af. Hij heeft zijn twijfels: „Ik heb wel vertrouwen in Gert-Jan Segers als persoon. Die blijft wel zichzelf en hij ziet het risico van afglijden. Maar bij de partij als geheel ben ik bang dat ze op enig moment zo modern wordt, dat ze door de bocht gaat. De partij wil te graag acceptabel en salonfähig blijven. Maar er komt een moment waarop ze moet kiezen. En is ze dan bereid om met de SGP in de hoek te staan waar de klappen vallen? Ik ben er niet gerust op dat ze die ruggengraat heeft.”

Vollaard miste de afgelopen jaren de inhoudelijke discussie binnen de ChristenUnie: „Binnen de partij bestaat op bepaalde terreinen best verschil van mening. Bijvoorbeeld over migratie, Europa, klimaatbeleid en de verhouding tussen boer en milieu. Daar had de partij zich in deze periode best meer op kunnen bezinnen.”

Volgens Overeem moet de ChristenUnie een brede achterban tevreden zien te houden: „Migrantenchristenen uit grote steden horen tegenwoordig ook bij de partij, evenals rooms-katholieken. De partij wil een unie zijn christenen van allerlei snit, waaronder vanouds ook evangelischen. Maar ze heeft ook allerlei bastions in de Biblebelt. Daar zijn de mensen helemaal niet vooruitstrevend en daar vallen progressieve ideeën slecht. Het zal moeilijk zijn om iedereen mee te nemen in hoge idealen over het klimaat en het toelaten van meer vluchtelingen.”

De vraag is wat die brede achterban doet met het profiel van de partij. Overeem: „Ik denk dat regeringsdeelname de ChristenUnie pragmatisch maakt en dat die tot interne verschuivingen kan leiden. Soms vraag ik me weleens af: is hier nu hetzelfde gaande als vijftig jaar geleden bij de Antirevolutionaire Partij? Ooit een partij van mannenbroeders, van Kuyper en Colijn, maar in de jaren zeventig heel progressief. Op sombere momenten denk ik weleens dat de ChristenUnie op die weg is.”

Verflauwen

Vollaard is positiever gestemd: „Twintig jaar ChristenUnie was succesvol. De partij neemt gemeentelijk, provinciaal en landelijk deel aan het bestuur en weet toch kiezers vast te houden zonder dat het profiel verflauwt. In een onrustig politiek landschap is dat best een prestatie. De ChristenUnie blijkt een relevante politieke speler met een herkenbaar profiel.”

16810807.JPG
Egbert Kooiker. beeld fam. Kooiker
16810806.JPG
Kars Veling. beeld RD

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer