NOC\*NSF-baas wil nu actie tegen geringe sportdeelname door corona
Het wordt tijd om met de minister van Sport na te denken over hoe de deelname aan sport weer op het peil van voor de crisis kan worden gebracht. Want die deelname is nu, tijdens de coronacrisis, veel te laag. Dat zegt Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF. „Ik hoop dat de overheid zich er van bewust is dat het niet alleen belangrijk is om leerachterstanden in te halen, maar dat ook het lichaam nogal wat in te halen heeft.”
„Het lijkt er op dat Nederland helemaal tot stilstand is gekomen. Het is maar de vraag of iedereen in staat is om de opgelopen bewegingsachterstand in te lopen, of dat we met zijn allen in de komende decennia de prijs van de nu al maanden durende te grote inactiviteit moeten betalen”, zegt hij.
Ook in januari, toch de maand van de goede voornemens, bleek dat net als in december minder dan de helft van de Nederlandse bevolking één keer per week aan sport heeft gedaan. Een grote groep kinderen en jongeren sport zelfs helemaal niet meer, aldus NOC*NSF.
Vaste trainingsgroepen, begeleiding door trainers en de sociale structuren van sportclubs zijn voor de meeste Nederlanders cruciaal om regelmatig te blijven sporten en bewegen. En daar schort het nu door de coronamaatregelen aan. Ook de sluiting van binnensportaccomodaties is een oorzaak.
Zeker driekwart van de kinderen was in januari 2020 nog actief aan het sporten, in januari van dit jaar was dit net iets meer dan de helft, zo blijkt volgens NOC*NCW uit de nieuwste cijfers. „Dit is historisch laag”, zegt de organisatie.
„En dat terwijl sporten voor kinderen en jongeren een geliefd tijdverdrijf is, als uitlaatklep voor hun energie en voor allerlei sociale ontmoetingen. Juist in de voor hen zo belangrijke levensfase waarin zij normaal gesproken belangrijke en vooral ook leuke sportervaringen en sportieve gewoontes opdoen, komt dat er nu veel te weinig van”, zegt Dielessen.
Hij wil nu snel met de overheid op zoek naar een goede aanpak van het probleem. „Daar moeten we nu echt mee beginnen, willen we op tijd over een goed stimuleringsplan beschikken. Maar mogelijk nog belangrijker, laat die bewegingsachterstanden nu niet verder oplopen. Het zou mooi zijn als het kabinet de sport echt als een deel van de oplossing voor de huidige en toekomstige gezondheidscrisis gaat zien. Eerder hebben we mijns inziens zeker voldoende bewezen dat we dat op een veilige manier kunnen realiseren.”