Wrakingsverzoek in zaak avondklok afgewezen, zaak hervat
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van het gerechtshof in Den Haag in de zaak rond het opheffen van de avondklok afgewezen. De zitting is daarom dinsdagavond kort na 19.00 uur hervat. De landsadvocaat had meerdere keren tot haast gemaand, omdat de overheid graag ziet dat de rechter oordeelt dat de avondklok vanaf 21.00 uur weer van kracht is.
Actiegroep Viruswaarheid had het hof gewraakt, aan het begin van een zitting over het dinsdag gewezen vonnis over het per direct opheffen van de avondklok. Volgens Viruswaarheid was het hof vooringenomen. De voorzitter van het hof heeft dat betwist. De wrakingskamer vindt niet dat er van enige vooringenomenheid is gebleken.
De Staat heeft hoger beroep aangetekend tegen het avondklokvonnis van de rechtbank. Omdat daarin is bepaald dat de avondklok direct moet worden opgeheven, heeft de Staat het hof als voorschot gevraagd het vonnis in de ijskast te zetten totdat het hoger beroep inhoudelijk is behandeld. Dat zal waarschijnlijk vrijdag gebeuren.
RIVM-directeur Jaap van Dissel licht tijdens het betoog van de advocaten van de Staat enkele grafieken toe, om de stelling kracht bij te zetten dat de avondklok nog steeds een noodzakelijke maatregel is bij de bestrijding van het virus. Viruswaarheid heeft daar grote vraagtekens bij, volgens de organisatie is de avondklok een te grote inperking van de vrijheid van burgers.
De rechter oordeelde dat de omstreden avondklok per direct moet worden opgeheven. De spertijd - tussen 21.00 uur en 4.30 uur - is ingesteld op basis van een noodwet, waarin staat dat een kabinet in noodgevallen regels kan invoeren zonder overleg met de Tweede en de Eerste Kamer. Maar volgens de rechtbank was de avondklok geen maatregel waarmee niet kan worden gewacht „zoals bijvoorbeeld het geval is bij een dijkdoorbraak”.
De rechtbank twijfelt ook aan het nut van de avondklok. Daar zijn volgens de uitspraak „grote vraagtekens” bij te zetten. „Daarbij weegt zwaar dat de pandemie al bijna een jaar duurt en erkend is dat de druk op de zorg momenteel minder groot is dan eerder het geval is geweest.”
Volgens de voorzieningenrechter in Den Haag maakt de avondklok „een vergaande inbreuk op het recht op bewegingsvrijheid en de persoonlijke levenssfeer”. Bovendien beperkt de regel „onder meer het recht op vrijheid van vergadering en betoging”.